Rekenen dinsdag 17 maart

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Rekenen blok 8. les 6

Ik leer de afstand berekenen met de hulp van een kaart en een schaallijn.

Wat weet jij over: afstand?

Afstand meten

Bij opgave 1 moet je de afstand meten tussen twee plekken op de kaart. 

De afstand op een kaart is nooit zo groot als de afstand in werkelijkheid, die moet je dus na het meten zelf uitrekenen.

Hoe je dat doet zie in het volgende filmpje!

Let op! In de video zit een klein typfoutje. Bij de eerste stap van de verhoudingstabel waarmee de breedte van de WisWereld studio op schaal wordt berekend (vanaf 1 minuut 54), staat :2 in plaats van x2.

Schaallijn

Schaal is dus belangrijk als je de echte afstand wil berekenen.

We gebruiken daarvoor de schaallijn, die staat meestal onder de kaart.

Nu gaan we kijken naar opgave 1.
Wat valt je op als je naar de kaartjes kijkt?

Opgave 1:A

Stap 1: Maak in je schrift een verhoudingstabel. Die ziet er zo uit:

Stap 2: meet de afstand tussen de twee bolletjes met je liniaal. Let op! Het moet over de weg of het spoor.

Stap 3:  Bereken de afstand in werkelijkheid met behulp van de verhoudingstabel.

Controleer hier je antwoord op 1a

Maak nu op dezelfde manier b,c,d. 

Let op! De schaal wordt steeds kleiner.

Dezelfde maat

Kijk eens goed bij kaartje d en lees het denkwolkje. 

De schaal van dat kaartje is 1:12500. 

1 cm is 12500 cm

We schrijven de schaal dus altijd in dezelfde lengtemaat op.

WAT IS DE SCHAAL VAN KAARTJE B

1. 1:3
2. 1:300
3. 1:3000
4. 1:300000

Het antwoord was D, want 1:300000 betekent:

1 cm is 300000 cm (=3km)

Maak nu som 2

Let op je stappenplan!

1. Verhoudingstabel maken met wat je al weet

2. Meten

3. Uitrekenen met de hulp van je verhoudingstabel

Wanneer je nakijkt: de antwoorden zijn ongeveer!

Som 3-5 kan je zelfstandig maken.

Je mag een foto maken van je werk!
Goed gewerkt!