K 4 Lektion 2

Welkom!            Willkommen!
Welkom bij het vak
Duits
1 / 32
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!            Willkommen!
Welkom bij het vak
Duits

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?

  • Grammatik A wiederholen und üben 
  • Hausaufgaben : hast du alles verstanden?
  • Lektion 2 : Frage 1 bis zum 7 : gibt es Fragen?
  • Grammatik B : Erklärung
  • Hausaufgaben für nächtste Woche 
  • neuneinhalb

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
Lernziele: 
  • je kunt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoord toepassen
  • je kunt namen, getallen en bekende woorden over sportactiviteiten begrijpen
  • je kunt je een idee vormen over de inhoud van een songtekst
  • je kunt sporten opzoeken in een lijst
  • je kunt de sch,  st en  sp  goed uitspreken

Slide 3 - Slide

Terugblik op Kapitel 4 Lektion 1
en 
Grammatik A herhalen

Slide 4 - Slide

Schrijf de betekenis op van:
können, mögen, dürfen

Slide 5 - Open question

ich
du
wir
ihr

   kann

  darfst

 mögen

  dürft

Slide 6 - Drag question

Dürfen —> darf
Maak het rijtje van dürfen: ich darf, du ...... enz.

Slide 7 - Open question

Vertaal:
Magst du Currywurst?

Slide 8 - Open question

Ich ...... (mag) morgen zu Hause bleiben!
A
darf
B
dürf
C
darft
D
dürft

Slide 9 - Quiz

Ihr ..... (kunnen) nicht später kommen.
A
kann
B
können
C
könnt
D
kannt

Slide 10 - Quiz

.......... (lusten) Sie deutsches Brot?
A
mögen
B
magt
C
magst
D
mögt

Slide 11 - Quiz

......... (kunnen) du mir sagen was ich tun soll?
A
können
B
kann
C
könne
D
kannst

Slide 12 - Quiz

Wessel ........ (mogen) noch nicht Scooter fahren.
A
mag
B
darf
C
kann
D
mög

Slide 13 - Quiz

Aan de slag met Lektion 2
  • Maak vraag 1 t/m 3
  • Luister naar de audio van vraag 4 en kies de goede   uitspraken
  • Luister naar de uitspraak van sch , st en sp bij vraag 5 en   oefen de uitspraak zelf
  • Pas de kennis toe in vraag 6

Slide 14 - Slide

Aan de slag met Lektion 2
  • Luister en kijk naar Frida Gold en maak vraag 7 

Slide 15 - Slide

 Kapitel 4 - Luzern - Lektion 2
 Grammatik B : het voltooid deelwoord
                                         
                          
                             

Slide 16 - Slide

Wat is een voltooid deelwoord?

Slide 17 - Open question

Ahhh ik weet het al......
Als je wil vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je vertelt iets in de verleden tijd. 

Slide 18 - Slide

Kijk naar de onderstaande zinnen
Ik heb brood gegeten.
Piet heeft een vuurtje gestookt.
Saskia heeft de fiets gemaakt.
Jan is naar Enschede gegaan.

Slide 19 - Slide

zwak of sterk werkwoord?
schwaches 
starkes 
oder 

Slide 20 - Slide

Hoe vorm je een voltooid deelwoord van een zwak werkwoord?

- Bepaal eerst wat de stam van het werkwoord is. 


Slide 21 - Slide

Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Slide 22 - Open question

Hoe vorm je een voltooid deelwoord?

- Maak de stam van het werkwoord: hele werkwoord - en = stam

- Voor de stam zet je ge

- Achter de stam zet je een t

Slide 23 - Slide

Hoe vorm je een voltooid deelwoord


- ge + stam + t

Spielen:    ge+spiel+t


Slide 24 - Slide

Maak het voltooid deelwoord van het woord 'wohnen'

Slide 25 - Open question

Maak het voltooid deelwoord van het woord 'klettern'

Slide 26 - Open question

Het voltooid deelwoord van de werkwoorden 'haben' + 'sein'

- haben = gehabt

- sein = gewesen


Slide 27 - Slide

Wij zijn in Berlijn geweest.
A
Wir waren in Berlin geweest.
B
Wir sind in Berlin gewesen.
C
Wir waren in Berlin gewesen.
D
Wir sind in Berlin geweest.

Slide 28 - Quiz

Zij hebben geluk gehad.
A
Sie haben Glück gehaben.
B
Sie hatten Glück.
C
Sie haben Glück gehabt.
D
Sie hatten Glück gehabt.

Slide 29 - Quiz

Nog vragen?
                                               Maak nu opdracht 8, 9 en 10

Slide 30 - Slide

Lernziele erreicht?
Lernziele: 
  • je kunt het voltooid deelwoord van zwakke werkwoord toepassen
  • je kunt namen, getallen en bekende woorden over sportactiviteiten begrijpen
  • je kunt je een idee vormen over de inhoud van een songtekst
  • je kunt sporten opzoeken in een lijst
  • je kunt de sch,  st en  sp  goed uitspreken

Slide 31 - Slide

Hausaufgaben?
Zie de planner op Its learning!
In kolom 3 vind je alle bronnen die je nodig hebt.
Ook een uitgebreide weekplanning.

Slide 32 - Slide