Pedagogiek /groepsdynamica

Pedagogiek
Groepsdynamica/sociogrammen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Pedagogiek
Groepsdynamica/sociogrammen

Slide 1 - Slide

Even opfrissen van vorige week
  • Groepsdynamica
  • Soorten groepen
  • Groepscultuur
  • Fasen binnen een groe

Slide 2 - Slide

Wat is groepsdynamica?
A
Onderscheid tussen de leiderschapsrol en andere rollen
B
Een interventie die toegepast wordt wanneer een groep niet functioneert
C
een wetenschap die zich bezighoudt met het gedrag van mensen
D
Een groep mondharmonicaspelers bijelkaar

Slide 3 - Quiz

Vanaf hoeveel personen ben je een groep?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met cohesie?

timer
3:00

Slide 5 - Open question

Wat zijn de 5 fasen voor het vormen van een groep?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Link

Wat betekent dit dan!
1. Testfase: De kinderen zijn meer bezig met zichzelf en hoe ze overkomen op de anderen. In deze fase zorgt de pm'er vooral voor veiligheid.

2. Stormfase: De hiërarchie wordt bepaald. De pm'er laat merken dat conflicten bij het leven horen, maar dat de manier van oplossen wel belangrijk is. Conflicten worden samen uitgepraat. 


Slide 8 - Slide

Wat betekent dit dan: 2
3. Normfase: Dit kun je bewerkstelligen door de leiders een positieve rol te geven en door de groep bewust te maken van hun gezamenlijke kracht tegen ongewenst gedrag.
4. Uitvoeringsfase:  De introductieperiode is voorbij. Als pm'er moet je nu niet denken dat de groep “af” is. Een goede groep vergt onderhoud gedurende het hele jaar.
 
 
5. Oplosfase.

Slide 9 - Slide

Vandaag
  • Groep analyseren
  • Analyse maken
  • Sociogram
  • Positieve groep
  • Positieve groepsrollen
  • Gevolgen van een positieve groep
  • Negatieve groep
  • Negatieve groepsrollen
  • Gevolgen van een negatieve groep

Slide 10 - Slide

Analyseren

  • Het doel is een beter beeld krijgen van de groep.
  • vraag en aanbod raken beter op elkaar kunt afgestemd
  • aansluiting bij de behoeften van de groep.


Wanneer een groep veel op elkaar moppert en er wel groepscohesie is, dan kan er gewerkt worden aan de onderlinge communicatie.

Slide 11 - Slide

Analyse maken

Breng je in kaart wie de groepsleden zijn:
  • kenmerken
  • wensen
  • behoeften


Bepaal vooraf aan de analyse je doel:
  • informatie verzamelen
  • ordenen
  • gegevens interpreteren 
  • conclusies trekken
Op basis van de analyse kun je een plan opstellen.

Slide 12 - Slide

Sociogram

Slide 13 - Slide

Door een sociogram

  • kunnen positieve en negatieve voorkeursrelaties binnen een groep in kaart worden gebracht.
  • groepsleden worden aangegeven door een rondje met bijvoorbeeld de naam of de initialen. 


De rondjes worden met elkaar verbonden door middel van lijnen tussen de groepsleden die contact met elkaar hebben. 

  • Kun je dus overzicht krijgen van de groepsleden die veel of weinig contact met elkaar hebben.
  • Wordt rol van ieder groepslid aangegeven.
  • Zie je actieve, sociale en neutrale groepsleden.

Slide 14 - Slide

Welke groepskenmerken zie je binnen deze sociogram?

Slide 15 - Open question

Welke groepskenmerken zie je

Subgroep: Marieke, Sem & Alex
Buitenstaander: Tom
Meeste contacten: Ruben
Eenzijdig contact: Lena

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat zie je qua groepsdynamica?

Slide 18 - Mind map

Positieve groep

Slide 19 - Slide

Positieve groepsrollen

Leidinggevenden:
  • Gezagsdrager
  • Organisator
  • Sociaal werker
Overige groepsrollen

  • Verkenners
  • Volgers
  • Appellant
  • Joker

Slide 20 - Slide

Gevolgen van een positieve groep
  • Hoog leerrendement
  • Kinderen komen met plezier naar school
  • Conflicten worden opgelost en hebben geen blijvend effect
  • Geen pestgedrag
  • Ontwikkeling van positieve zelfbeelden

Slide 21 - Slide

Negatieve groep

Slide 22 - Slide

Negatieve groepsrollen

Enige leidinggevende:
  • Dictator
Overige groepsrollen

  • Intriganten
  • Meelopers
  • De zondebok

Slide 23 - Slide

Gevolgen van een negatieve groep
  • Pesten, ruzie’s.
  • Ordeproblemen
  • Slechte prestaties
  • Ontwikkeling negatieve zelfbeelden
  • Samenwerken niet mogelijk

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Break-out rooms
1. Pak je kennisopdrachten erbij en vergelijk die van jezelf met je collega.
2. Geef elkaar feedback en geef aan op welke manier jij er aan hebt gewerkt en hoe je tot je eindproduct bent gekomen.
3. Zijn jullie klaar dan ga je aan de slag met een sociogram van je groep. Neem volgende week je sociogram mee.

Slide 26 - Slide

Afsluiten
Wat vonden jullie van de les?

Wat neem je mee?

Vragen??? 

Slide 27 - Slide