LES 9 - BS6




P1HC
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson




P1HC

Slide 1 - Slide




P1HD

Slide 2 - Slide

START 
Pak je plenda & biologieboeken erbij

Slide 3 - Slide

PLENDA: HUISWERK P1HC
Donderdag 12 juni: 
BS6 Opdr 1, 2, 6, 7, 10 + LD 9

Dinsdag 17 juni:
BS6 Opdr 3, 8, 9 + LD 10

Donderdag 19 juni: 
Alle LD leren 




Beantwoord op je wisbordje: 
Maak de volgende tekst af door steeds het juiste woord in te vullen: 
De schildklier is een _________ (1), dus: een orgaan dat hormonen aanmaakt. Samen met onder andere de hypofyse, bijnieren en alvleesklier maakt de schildklier onderdeel uit van het __________________ (2). _________ (3) zijn stofjes die organen reguleren, ze reizen door het lichaam door het _________ (4). Meestal reageren ze langzaam, maar ______________ (5) is een uitzondering. Die reageert snel. 

Slide 4 - Slide

PLENDA: HUISWERK P1HD
Vrijdag 13 juni: 
BS6 Opdr 1, 2, 6, 7, 10 + LD 9

Dinsdag 17 juni:
BS6 Opdr 3, 8, 9 + LD 10

Vrijdag 20 juni: 
Alle LD leren 




Beantwoord op je wisbordje: 
Maak de volgende tekst af door steeds het juiste woord in te vullen: 
De schildklier is een _________ (1), dus: een orgaan dat hormonen aanmaakt. Samen met onder andere de hypofyse, bijnieren en alvleesklier maakt de schildklier onderdeel uit van het __________________ (2). _________ (3) zijn stofjes die organen reguleren, ze reizen door het lichaam door het _________ (4). Meestal reageren ze langzaam, maar ______________ (5) is een uitzondering. Die reageert snel. 

Slide 5 - Slide

LEERDOELEN. Ik kan ...
9. uitleggen wat het hormoonstelsel is 
9.1 benoemen, uitleggen en afleiden waar het hormoonstelsel uit bestaat en welke functie dit heeft
9.2 zes belangrijke hormoonklieren (in een afbeelding) benoemen en afleiden


Slide 6 - Slide

BS6 HORMOONSTELSEL
PRIKKEL
ZINTUIG
IMPULS VIA 
ZENUWEN
HERSENEN
IMPULS VIA ZENUWEN 
SPIEREN / KLIEREN

Slide 7 - Slide

LEERDOELEN. Ik kan ...
10. uitleggen hoe de bloedsuikerspiegel wordt gereguleerd
10.1 benoemen en uitleggen wat wordt bedoeld met de bloedsuikerspiegel
10.2 met vijf biologische termen benoemen, uitleggen en afleiden hoe de bloedsuikerspiegel wordt gereguleerd

Slide 8 - Slide

AAN DE SLAG! 
Maak in tweetallen vraag 3 over de bloedsuikerspiegel. 
Gebruik hierbij de tekst op pag. 127. 

Einde van de les nabespreken! 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide