What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
V3
Geen vragen voor de toets?
-
Lees
theorie op blz. 77 (Argumentatie)
-
Maak
H3 Lezen startopdracht, opdracht 1, 2, 3 en 4
Eventueel: H3 Lezen opdracht 5 / Leren voor de toets
Uitleg over:
-
(Foutief) beknopte bijzin
-
Beeldspraak
(asyndetische en homerische vergelijk, synesthesie)
Goedemorgen A3a!
Maandag 11 maart
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
6 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Geen vragen voor de toets?
-
Lees
theorie op blz. 77 (Argumentatie)
-
Maak
H3 Lezen startopdracht, opdracht 1, 2, 3 en 4
Eventueel: H3 Lezen opdracht 5 / Leren voor de toets
Uitleg over:
-
(Foutief) beknopte bijzin
-
Beeldspraak
(asyndetische en homerische vergelijk, synesthesie)
Goedemorgen A3a!
Maandag 11 maart
Slide 1 - Slide
Basiskennis: Verschil tussen hoofd- en bijzin
Hoofdzin
:
Zelfstandig - onderwerp en persoonsvorm naast elkaar
[Bijzin]
:
Afhankelijk van hoofdzin, onderwerp en persoonsvorm niet naast elkaar (of je kunt er iets tussen zetten
Voorbeeld
:
[Voordat ik vanochtend naar school reed], at ik twee boterhammen met pindakaas.
Slide 2 - Slide
Kenmerken beknopte bijzin
Betekenis
beknopt
:
samengevat, in het kort.
Een beknopte bijzin
is dus een verkorte bijzin.
Kernmerk beknopte bijzin:
Er staat geen
onderwerp
en geen
persoonsvorm
in.
Geen O en geen PV:
Die vind je in de hoofdzin. Er hoort wel een
denkbeeldig
onderwerp bij de beknopte bijzin.
Slide 3 - Slide
Voorbeeld 1
:
Twijfelend liep ik door de Zara.
[Twijfelend] liep ik door de Zara.
[Twijfelend] = Terwijl ik twijfelde, liep ik door de Zara.
TWIJFELEND
Beknopte bijzin
met
on
voltooid deelwoord (infinitief + d)
(denkbeeldig) onderwerp in beide zinnen gelijk:
'ik'
Slide 4 - Slide
Voorbeeld 2:
Mijn zoon heeft geleerd zonder zijwieltjes te fietsen.
Mijn zoon heeft geleerd [zonder zijwieltjes te fietsen].
[zonder zijwieltjes te fietsen] = ... dat hij zonder zijwieltjes kan fietsen.
zonder zijwieltjes
te
fietsen
Beknopte bijzin
met
te + infinitief
(denkbeeldig) onderwerp in beide zinnen gelijk:
'mijn zoon'/'hij'
Slide 5 - Slide
Afgeleid door mijn telefoon
Voorbeeld 3:
Afgeleid door mijn telefoon, knalde ik tegen een kliko.
[Afgeleid door mijn telefoon], knalde ik tegen een kliko.
[Afgeleid door mijn telefoon] = Terwijl ik afgeleid was door mijn telefoon, knalde ik tegen een kliko.
Afgeleid
door mijn telefoon
Beknopte bijzin
met
voltooid deelwoord
(denkbeeldig) onderwerp in beide zinnen gelijk:
'ik'
Slide 6 - Slide
foutief beknopte bijzin
De beknopte bijzin wordt soms verkeerd gebruikt. Een voorbeeld:
- Kijk naar de volgende zin. Wat is de beknopte bijzin?
Om die telefoon te kunnen kopen, zal je spaarrekening nog flink moeten groeien.
- Wat is het denkbeeldige onderwerp in de beknopte bijzin?
- Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
Slide 7 - Slide
foutief beknopte bijzin
De beknopte bijzin wordt soms verkeerd gebruikt. Een voorbeeld:
Beknopte bijzin:
[Om die telefoon te kunnen kopen], zal je spaarrekening nog flink moeten groeien.
Denkbeeldige onderwerp van de beknopte bijzin:
'je'
Onderwerp hoofdzin:
'je spaarrekening'
Het denkbeeldige onderwerp van de bijzin en het onderwerp van de hoofdzin zijn dus niet gelijk. Dan is de beknopte bijzin
foutief.
Slide 8 - Slide
foutief beknopte bijzin
Voorbeeld
Kijk naar het (denkbeeldige) onderwerp van de beknopte bijzin:
Om die telefoon te kunnen kopen, zal je spaarrekening nog flink moeten groeien.
Beknopte bijzin = [Om die telefoon te kunnen kopen]
Denkbeeldig onderwerp beknopte bijzin:
'je'
Onderwerp hoofdzin:
'je spaarrekening'
Het denkbeeldige onderwerp uit de bijzin komt dus niet overeen met het onderwerp van de hoofdzin = foutief.
Slide 9 - Slide
foutief beknopte bijzin
De beknopte bijzin wordt soms verkeerd gebruikt.
Zoek het (denkbeeldige) onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin:
Hongerig thuisgekomen na school smaakte de pasta met zalm erg lekker.
Slide 10 - Slide
foutief beknopte bijzin
De beknopte bijzin wordt soms verkeerd gebruikt.
Hongerig thuisgekomen na school smaakte de pasta met zalm erg lekker.
Beknopte bijzin: [Hongerig thuisgekomen na school]
Denkbeeldig onderwerp beknopte bijzin:
'ik'
Onderwerp hoofdzin:
'de pasta met zalm'
Het denkbeeldige onderwerp uit de bijzin komt dus niet overeen met het onderwerp van de hoofdzin = foutief.
Slide 11 - Slide
Hoe kun je een foutief beknopte bijzin verbeteren?
1. Pas de hoofdzin aan, zodat het onderwerp in hoofd- en bijzin hetzelfde is.
2. Pas de bijzin aan, zodat deze een eigen onderwerp en persoonsvorm krijgt (onderwerpen mogen dan verschillen)
[Na drie uur gewacht te hebben], gingen de hekken eindelijk open.
Manier 1: Na drie uur gewacht te hebben, gingen we eindelijk naar binnen omdat de hekken geopend werden.
Manier 2: Nadat we drie uur hadden gewacht, gingen de hekken eindelijk open.
Slide 12 - Slide
nu jij
Vrolijk pratend werd het eten klaargemaakt.
1. Wat is het denkbeeldig onderwerp?
2. Wat is het onderwerp van de hoofdzin?
3. Is deze zin goed of fout?
4. Hoe verbeter je de zin?
Slide 13 - Slide
nu jij (antwoorden)
Vrolijk pratend werd het eten klaargemaakt.
1.
wij/ik
2.
het eten
3.
fout
4.
Terwijl we vrolijk aan het praten waren, werd het eten klaargemaakt.
Slide 14 - Slide
Wat moet je kunnen?
aangeven of zinnen met een beknopte bijzin goed of fout zijn
denkbeeldig onderwerp van de beknopte bijzin aangeven
onderwerp van de hoofdzin aangeven
aangeven of de zin dus goed of fout is
zinnen met een foutief beknopte bijzin verbeteren
Slide 15 - Slide
Beeldspraak
asyndetische vergelijking
homerische vergelijking
synesthesie
Slide 16 - Slide
asyndetische vergelijking
Het verbindingswoord is weggelaten:
- Zijn hoofd, een tomaat, gloeide van schaamte.
- Oom Jan, de goedzak, had chocola voor ons gekocht.
- De leraar, de clown, stond op zijn handen in het lokaal.
Slide 17 - Slide
homerische vergelijking
Het beeld is breed uitgewerkt!
Slide 18 - Slide
synesthesie
combinatie van twee zintuiglijke indrukken
-
schreeuwende kleuren
(heeft betrekking op gehoor en gezichtsvermogen)
-
bittere woorden
(heeft betrekking op smaakzin en gehoor)
-
warme stem
(heeft betrekking op temperatuurzin en gehoor)
-
scherpe blik
(heeft betrekking op tastzin en gezichtsvermogen)
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Beknopte bijzin en foutieve beknopte bijzin
October 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Foutieve samentrekking en foutieve beknopte bijzin
November 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Formuleren H3
January 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3 beknopte bijzin
March 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3v Herhaling beknopte bijzin + controle
November 2023
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Ma 31 jan Beknopte bijzin en verkeerd aansluitende bijzin
February 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Do 23 mei Beknopte bijzin en verkeerd aansluitende bijzin
January 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3 beknopte bijzin
June 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3