Thema 5 - Zeevaarders Quiz

Thema 5 - Zeevaarders Quiz
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Thema 5 - Zeevaarders Quiz

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke zone heeft een klimaat dat niet superwarm of superkoud wordt?
A
De gematigde zone
B
De poolzone

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is typisch een woestijnklimaat?
A
Weinig neerslag en hoge temperaturen
B
Veel neerslag en lage temperaturen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van een zeeklimaat?
A
Extreem koude winters
B
Zachte winters en koele zomers

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Is een hittegolf weer of klimaat?
A
Klimaat
B
Weer

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de grachtengordel?
A
Deel van Amsterdam uit de 17e eeuw
B
Een park in de stad

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent investeren?
A
Geld besparen voor de toekomst
B
Geld besteden om winst te maken

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is werkgelegenheid?
A
Mogelijkheid voor betaald werk
B
Een type economische investering

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Columbus wist zeker dat hij Azië kon bereiken door naar het westen te varen. Dit deed hij. In 1492 kwam hij aan land en dacht in Indië te zijn, maar in werkelijkheid was hij in ....
A
Kaap de Goede Hoop
B
Zuid-Afrika
C
de Caraïben
D
India

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wie ontdekte dat Columbus niet West-Indië had ontdekt, maar een nieuw continent?
A
Amerigo Vespucci
B
Bartholomeus Diaz
C
Vasco da Gama
D
Christoffel Columbus

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wordt de "Gouden Eeuw" de GOUDEN eeuw genoemd?
A
Doordat de Nederlanden erg veel verdiend hebben in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Deze eeuw was Nederland leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Er was goud gevonden in Amerika

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een gevolg van de ontdekkingsreizen voor de Indianen?
A
Zij konden een groot rijk stichten door de nieuwe Europese wapens.
B
De indianen werden rijk van de handel met Europeanen
C
de indianen werden als slaaf naar plantages in Afrika gebracht
D
de indianen kregen last van Europese ziektes en veel indianen stierven daar aan.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

De republiek werd bestuurd door regenten. Regenten zijn....
A
machtige burgers uit rijke koopmanfamilies
B
machtige edellieden die veel handelden
C
mensen van adel met veel geld
D
een koning zoals Willem van Oranje

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke ontdekkingsreiziger maakt als eerste een tocht om de wereld?
A
Columbus
B
Vasco da Gama
C
Magelhaen
D
Amerigo Vespucci

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk stukje van de driehoekshandel mist hier? Geld en Wapens uit Europa, Slaven uit Afrika
A
Kruiden en specerijen uit Azië
B
Slaven uit Australië
C
Suikerriet, Koffie en Tabak uit Amerika
D
Drank uit Rusland

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De VOC had het alleen recht om specerijen te verhandelen. Welk begrip hoort hier bij?
A
Aandelen
B
Monopolie
C
Regenten
D
Driehoekshandel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom versloeg Hernan Cortés de inheemse volkeren met gemak?
A
Ze hadden meer specerijen
B
Door het geloof
C
Hadden betere wapens
D
Ze namen ziektes mee

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent kolonialisme?
A
Handel drijven met andere landen
B
Het veroveren van grondgebied buiten de eigen grenzen
C
Een samenwerkingsovereenkomst tussen landen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quiz

Het juiste antwoord is antwoord b: Het veroveren van grondgebied buiten de eigen grenzen.

Wat was het doel van de ontdekkingsreizen
A
De wereld verkennen
B
een nieuwe route naar Azië te vinden
C
Specerijen kopen
D
bewijzen dat de wereld niet plat was

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De volgorde van de driehoekshandel is...
A
Afrika - Amerika - Europa
B
Europa -Afrika - Amerika - Europa
C
Amerika - Afrika - Europa - Amerika
D
Europa - Afrika - Europa -Amerika

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Ontdekkingsreizigers bouwden in Azië vooral handelsposten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waar staat de afkorting WIC voor?
A
Waren Indië Compagnie
B
Westerse-Indische Compagnie
C
West-Indonesische Compagnie
D
West-Indische Compagnie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In de Staten-Generaal ...
A
vergaderen de gewesten
B
vergadert het volk
C
vergaderen de gewesten met de koning

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Is een klimaatgebied een groot gebied?
A
Nee, het is altijd hetzelfde weer.
B
Ja, het weer lijkt op elkaar.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Regent het altijd in een tropisch klimaat?
A
Ja, het regent in alle seizoenen.
B
Nee, het regent nooit.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

de seizoenen ontstaan omdat:
A
de aarde draait
B
de aarde rond is
C
de aarde scheef staat
D
de aarde om zon draait

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Lodewijk XIV was een:
Lodewijk XIV was een 
A
absolute vorst
B
koning met parlement
C
keizer
D
stadhouder

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Bij de evenaar is het?
A
Warm
B
Koud

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Als het op het noordelijk halfrond zomer is, dan is het op het zuidelijk halfrond...?
A
Herfst
B
Winter
C
Lente
D
Zomer

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de evenaar?
A
de grootste lengtecirkel
B
de kleinste breedtecirkel
C
de lijn die de aarde in noord en zuid verdeelt
D
de lijn die de aarde in oost en west verdeelt

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de aardas?
A
Denkbeeldige lijn door de aarde, waar de aarde omheen draait.
B
Dat is de as waarmee de aarde om de zon draait
C
De aardas ontstaat na verbranding van stoffen op aarde
D
De as waar de maan draait om de aarde

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Welk werelddeel bevindt zich zowel op het noordelijk halfrond als op het zuidelijk halfrond, op het westelijk halfrond en op het oostelijk halfrond?
A
Europa
B
Azië
C
Australië (Oceanië)
D
Afrika

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Breedteligging is...
A
De afstand vanaf de noordpool
B
Hoe breed een land is
C
De afstand vanaf de zuidpool
D
De afstand tot de evenaar

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn klimaatgebieden?
A
Vijf grote gebieden op aarde waarin het weer op elkaar lijkt
B
Dat zijn gebieden waar het weer veel verandert in een jaar
C
Die bestaan niet

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Lodewijk XIV was de....
A
Koning van Spanje
B
Keizer van Frankrijk
C
Koning van Frankrijk
D
Belangrijkste man in België

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN plantenzone?
A
duinen
B
steppe
C
toendra
D
tropisch regenwoud

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is wel een plantenzone?
A
gebieden met dezelfde planten en bomen
B
gebieden met dichtgegroeid bos met veel soorten planten
C
gebieden met wat struiken en gras
D
gebieden met allerlei verschillende soorten planten en bomen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions