1VW H4 Lezen nakijken opdracht 4

Opdracht 4
Beantwoord de vragen in de lessonup en verbeter de antwoorden in je schrift.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Opdracht 4
Beantwoord de vragen in de lessonup en verbeter de antwoorden in je schrift.

Slide 1 - Slide

1. Wat is het onderwerp van beide teksten?
timer
1:00

Slide 2 - Open question

2.Ben jij wel eens in een escape room geweest?
Ja, ik vond het heel leuk.
Nee, maar ik wil nog wel een keer.
Ja, maar ik vond er niks aan.
Nee en ik wil er ook niet heen.

Slide 3 - Poll

3. Uit welke alinea's bestaat de inleiding van tekst 5?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

4. Sleep de woorden naar bijbehorende betekenis.
timer
2:00
angst voor afgesloten ruimtes
eigenzinnig
haastig
iemand die als eerste met iets begint
scheikundige
snel en in een groot aantal groeien
teleurstellende afloop
waakzaam, rekening houdend met gevaar
driftig
Als paddenstoelen uit de grond schieten
claustrofobie
initiatiefnemer
anticlimax
koppig
chemicus
op je hoede

Slide 5 - Drag question

5. Welke signaalwoorden voor een chronologisch verband staan er in alinea 1?
timer
1:00

Slide 6 - Open question

6. Welke tegenstelling herken je in alinea 2?
timer
1:00

Slide 7 - Open question

7. Waarin verschilt The Room of Riddles van escape rooms in andere landen?
timer
1:00

Slide 8 - Open question

8. Ligt The Room of Riddles op een gunstige locatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

9. Waarom is Sherlocked een toepasselijke naam voor een escape room?

Slide 10 - Open question

10. Welke tegenstelling herken je in alinea 4? Noteer ook het bijpassende signaalwoord.

Slide 11 - Open question

11. Welke twee doelgroepen vindt Victor van Doorn erg geschikt voor escape rooms?

Slide 12 - Open question

12. Wat nou als je de raadsels niet kunt oplossen? Welke oplossingen hebben ze bedacht?

Slide 13 - Open question

13. Aan het eind van alinea 7 staat een opsomming. Waarvan is dat een opsomming?

Slide 14 - Open question

Vind je alinea 7 een goede slotalinea?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

15. Wat is de hoofdgedachte van tekst 5?

Slide 16 - Open question

16. Wat bedoelt hij daarmee?

Slide 17 - Open question