les 4 5.4 (deel 2) en 5.5

les 4
H5 meten
5.4 en 5.5
1 / 25
next
Slide 1: Slide
wiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

les 4
H5 meten
5.4 en 5.5

Slide 1 - Slide

leerdoelen vorige les
5.3
 Ik kan de oppervlakte van een driehoek berekenen.
5.4
Ik kan eenheden van inhoud omrekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Bereken de oppervlakte van
driehoek ABC.
Let op! ieder hokje is 1 cm
A
5,5cm2
B
14cm2
C
7cm2
D
28cm2

Slide 5 - Quiz

Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?
A
364mm2
B
390mm2
C
336mm2
D
108mm2

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

stomphoekige driehoek

Slide 8 - Slide

Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?
A
6cm2
B
3cm2
C
12cm2
D
2cm2

Slide 9 - Quiz

Eenheden van inhoud

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

vul in: 11,6 L = .......mL

Slide 12 - Open question

vul in: 6,2 cL = .......dL

Slide 13 - Open question

zelfstandig werken

Maken van 5.4 opdracht 49 tot en met 54, 57
kijk vervolgens zorgvuldig na!




timer
10:00

Slide 14 - Slide

leerdoelen
5.4
Ik kan de inhoud van een kubus of balk berekenen.
5.5
Ik kan eenheden van snelheid omrekenen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

inhoud
stap 1: inhoud = lengte x breedte x hoogte
stap 2: reken alle maten om naar dezelfde eenheid (meters)
stap 3: gebruik nu de formule om de inhoud van de balk te berekenen

Slide 17 - Slide

inhoud
Een kubus heeft ribben van 40 cm. 
Bereken de inhoud van de kubus in liters.

Slide 18 - Slide

zelfstandig werken
maak nu opdracht 58 tot en met 62
vind je het nog lastig? doe dan mee met opdracht 62 die hierna volgt, anders ga je zelfstandig werken


timer
10:00

Slide 19 - Slide

opdracht 62
stap 1:

stap 2:

stap 3:

Slide 20 - Slide

Welke eenheden van snelheid ken je?

Slide 21 - Mind map

Eenheden van snelheid

Slide 22 - Slide

omrekenen
25 m/s = ..............km/uur
126 km/uur = ........ m/s
2 m/s = ........... km/uur

Slide 23 - Slide

snelheid omrekenen
Ranomi zwemt de 100 meter vrije slag in 51,28 seconden.
Wat is haar snelheid in km/uur? Rond af op 1 decimaal.
stap 1: Bereken eerst hoeveel meter zij in 1 seconde zwemt.
stap 2: Reken nu om naar km/uur.
stap 3: Bedenk of jouw antwoord zou kunnen kloppen.

Slide 24 - Slide

zelfstandig werken

maak nu maak nu van 5.4 opdracht 58 tot en met 62 en van 5.5 opdracht 67 tot en met 71
kijk zorgvuldig na en plaats foto's in mijnschrift

nog vragen of samen oefenen? blijf dan in de online les, anders mag je de les verlaten


timer
10:00

Slide 25 - Slide