Grammar herhaling

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Today's planning

Herhaling grammar + Quiz

Adverb (Bijwoord)

Wat is een adverb (bijwoord)?	Een bijwoord geeft meer informatie over het hoe: hoe iets gebeurt of bijvoorbeeld hoe oud iets is .
Voorbeeld:	Hoe zingt zij? She sings beautifully . Hoe oud? This castle is incredibly old.
Hoe maak je een bijwoord?	De vorm van het bijwoord is vaak bijvoeglijk naamwoord + -ly. Er zijn ook onregelmatige bijwoorden.

Plaats van het bijwoord

vóór een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord:	You’re going to become extremely popular. She works really seriously on the journal.
vóór het hoofdwerkwoord:	She regularly asks me to write for her website. He quickly grabbed the snake.
aan het einde van de zin voor meer nadruk:	He grabbed the snake quickly. She takes everything so seriously.
Let op!	Bijwoorden staan ná een vorm van to be (am / are / is / was / were). They are usually late. It is not exactly cheap, is it?

Een bijwoord staat in het algemeen vóór het woord waarover het iets zegt.

Onregelmatige bijwoorden

Regelmatig	Onregelmatig
bad -- bad ly	good -- well
slow -- slow ly	fast -- fast
usual -- usual ly	hard -- hard (=hard) hardly (=nauwelijks)
real -- real ly	daily -- daily
week -- week ly	friendly -- in a friendly manner/way

Plaats van het bijwoord: (careful)

She climbed up the ladder.

Plaats van het bijwoord:

(good) Max can sing.

Plaats van het bijwoord:

(extreme) Dogs can smell well.

Plaats van het bijwoord:

(usual) Tom is very friendly.

Present simple

Wat is het?	Tegenwoordige tijd
Waarvoor gebruik je het?	Je gebruikt de present simple als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. In de zin staan dan vaak worden als: always, never, often, usually, regularly, sometimes
Wat doe je bij he, she, it	Je plakt een - s achter het werkwoord Bijv: Caitlin thinks she's the boss

Present simple: ontkennend

I	don't want any pasta
He/ She/ It	doesn't want any pasta
You	don't want any pasta
We/ They	don't want any pasta

Present simple: vragend

I	Do I like cricket?
He/ She/ It	Does he/she/it like cricket?
You	Do you like cricket?
We/ They	Do we/they like cricket?

Present continuous

Present Continuous

• De present continuous is een vorm van de tegenwoordige tijd.
• Je gebruikt de present continuous bij gebeurtenissen die:
•    nu bezig of                        
•    nu aan de gang zijn

Present Continuous

When	iets wat nu / op dit moment aan de gang is.
How	I am walk ing he/she/it is walk ing you/we/they are walk ing
Signal words	now, at the moment, look ..
Example	The pupils are listen ing to the teacher.

Look! He (leave)_______ the house.

1. leaves
2. is leaving
3. left
4. has left

Quiet please! I (write)_______ an important email.

1. am written
2. write
3. am writing
4. wrote

She usually (walk)______ to school.

1. walks
2. are walking
3. walked
4. have walked

We (not go) _____ to see my grandparents.

1. don't go
2. are not going
3. doesn't go
4. didn't go

______ they (play)______
Monopoly at the moment?

1. have playing
2. is playing
3. could play
4. are playing

Comparisons (vergelijken)

Om de vergrotende trap te maken zet je -er achter of more voor een bijvoeglijk naamwoord

Om de overtreffende trap te maken zet je -est achter of most voor een bijvoeglijk naamwoord.

Bijvoorbeeld:

quick --> quicker

small --> smaller

Comparisons (vergelijken)

Een lettergreep -er / -est

Quick - quicker than -the quickest

Small - smaller than- the smallest

Fit - fitter than - the fittest

Twee lettergrepen op -le, -er, -ow, -y, -er, -est

Simple - simpler- simplest

Clever - cleverer - cleverest

Shallow - shallower - shallowest

Easy - easier - easiest

Comparisons (vergelijken)

Twee lettergrepen niet op -le, -er, -ow, -y

famous - more famous  (than) - (the) most famous

careful - more careful (than) - (the) most careful

Drie of meer lettergrepen

popular - more popular (than) - (the) most popular

Terrible - more terrible (than) - (the) most terrible

Trappen van vergelijking: (good) She is the___________ pupil in our class.

Trappen van vergelijking: (slow) The bus is ________ than the tube.

Trappen van vergelijking: (difficult) Japanese is________than English.

Trappen van vergelijking: (bad) Maths is my _______subject.

Trappen van vergelijking: (young) Justin Bieber is ______ than Phil Collins.