1MH 14/12/21

Bonjour à tous!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les

- kan ik eenvoudige gesprekken begrijpen over school.
- kan ik de getallen verstaan in de korte gesprekken.

2e uur:
- weet ik wat een ontkenning is.
- weet ik wat de ontkenning in het Frans is en kan ik het correct gebruiken in een zin.

Slide 3 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Écouter
- Grammaire II

Slide 4 - Slide

Apprendre
• Tijd: Vous avez 6 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: -
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Ga door met apprendre 6
• Wat: Leren apprendre 4 + de tientallen (p. 101)

Slide 5 - Slide

Écouter
• Tijd: Vous avez 3 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                              apprendre 4 als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  Ga door met exercice 10
• Wat: Faire l' exercice 9 A (page 85)

Slide 6 - Slide

Écouter
• Tijd: Vous avez 3 minutes
• Hoe: Zelfstandig werken.
• Hulp: Als er vragen zijn steek je je hand op. Gebruik                              apprendre 4 als hulpmiddel.
• Uitkomst: Klassikaal bespreken
• Eerder klaar?  -
• Wat: Faire l' exercice 10 (page 86)

Slide 7 - Slide

de ontkenning 


 
ne ... pas

Slide 8 - Slide

Niet /geen=
ne...pas

Slide 9 - Slide

De ontkenning
Wat is de ontkenning in het Nederlands...?
Wat is de ontkenning in het Frans...?

Slide 10 - Slide

Waar wordt de ontkenning geplaatst in de zin?
'ne' staat vóór de persoonsvorm en 'pas' staat erachter.

Dus: 
ne / n' ... (persoonsvorm) ... pas.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
Ik zing = je chante

Persoonsvorm = 'chante'

Ik zing niet = je ne chante pas

Slide 12 - Slide

De ontkenning
Maak de volgende zinnen ontkennend:
Je parle français.
Tu habites à Paris?
Je suis néerlandais.

Slide 13 - Slide

LET OP!
Er is één uitzondering! Dat is het woordje c'est.


De ontkenning van
C'est ======> Ce n'est pas.
C'est vrai ===> Ce n'est pas vrai.

Slide 14 - Slide

Vooruitblik
Wat gaan we in de volgende les doen?
- Parler


Slide 15 - Slide

Les devoirs
Herhalen: apprendre 1 t/m 4
Afmaken: 

Slide 16 - Slide