3.2 genen

Planning voor vandaag
1. herhaling
2. huiswerk
3. uitleg

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor vandaag
1. herhaling
2. huiswerk
3. uitleg

Slide 1 - Slide

https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/4922/dna-veranderen
Opdracht: Beantwoord onderstaande vragen in je aantekenschrift.

1. Wat is een gen?
2. Wat is het verschil tussen het genotype en het fenotype?

timer
4:00
Herhaling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Antwoord
1. Stukje van een chromosoom met informatie voor één erfelijke eigenschap
2. genotype is je innerlijk (DNA, gekregen van je ouders) en fenotype je uiterlijk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bespreken huiswerk
Vragen over het huiswerk?
Opgaven bij 3.1

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Ik kan uitleggen hoe elke van de ouders 50% van de chromosomen levert.


  • Ik kan aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen.
 



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3.2 Genenparen
  • Van elk chromosoom heb je er twee.
  • Op 1 chromosoom zitten meerdere genen.
  • Genen komen zoals chromosomen dus ook
     voor in paren.

Heterozygoot: 2 verschillende genen voor een erfgelijke eigenschap

Homozygoot: 2 dezelfde genen voor een erfelijke eigenschap


Homo = het zelfde 
Dit is een aantekening

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Eigenschappen doorgeven
Homozygoot: 2 dezelfde genen
Heterozygoot: 2 verschillende genen

Dominant: gen dat overheerst over een ander gen.
Recessief: gen dat onderdrukt wordt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
1. Wat is homozygoot?
2. Wat is heterozygoot?
3. Wat is een dominant gen?
4. Wat is een recessief gen?
5. Wat is een intermediair fenotype?
Tip: lees 3.2
timer
1:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
1. Homozygoot: 2 dezelfde allelen
2. Heterozygoot: 2 verschillende allelen

3. Dominant gen: gen dat overheerst, zie je altijd terug in fenotype
4. Recessief gen: gen dat onderdrukt wordt, zie je alleen terug in fenotype als er geen dominant allel aanwezig is

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

5.
Intermediar fenotype
=Een heterozygoot organisme waarbij het dominante gen EN het recessieve gen tot uiting komt.

 



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Dominante en recessieve genen
Dominant gen: een gen dat een ander gen overheerst (A) 

Recessief gen: een gen dat onderdrukt wordt door andere genen (a)


Dominant = hoofdletter
Recessief = kleine letter 
dit is een aantekening

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het symbool voor heterozygoot?
A
AA
B
aa
C
Aa
D
aA

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Homozygoot of heterozygoot?
A
Homozygoot
B
Heterozygoot

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is homozygoot dominant?
A
Aa
B
aa
C
AA
D
Aa

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het symbool voor intermediair?
A
ArAr
B
ARAR
C
AraR
D
ARar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij een runderen is het roodharige allel recessief en het zwartharige allel dominant.
Wat is het genotype van een roodharige koe?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
AA of Aa

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag
Alle opdrachten maken bij 3.2
blz. 175-178
Opdracht 1,2,4,5,6

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Daltonmap

Ben je klaar (klaar betekent ook thuis nagekeken met SomToday)
Dan teken ik af
timer
1:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions