29-10-2021

Overheid 
extra toetsstof 
29-10-2021

1 / 18
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Overheid 
extra toetsstof 
29-10-2021

Slide 1 - Slide

Lesopzet 
  1. Informatie toets 
  2. Activeren voorkennis 
  3. Bespreken circulaire economie 
  4. In groepen nakijken oefentoets  

Slide 2 - Slide

Ik ben al goed voorbereid voor de toets.
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Toets 
35 meerkeuze vragen

Hoofdstukken 
1, 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 21, 22, 24, 25 + extra toetsstof 

Slide 4 - Slide

Toets 
5 november 2021 
09.15-10.15
F2.004
Aanwezig om 09.00 

Ingeschreven? 




Slide 5 - Slide

Wie is in Nederland het staatshoofd?
A
Koning
B
Minister President

Slide 6 - Quiz

Waaruit bestaat de Nederlandse regering?
A
Koning + ministers
B
Minister President + ministers
C
Eerste en Tweede kamer

Slide 7 - Quiz

Wat is het parlement?
A
Kabinet
B
Minister President + ministers
C
Eerste en Tweede kamer

Slide 8 - Quiz

Sectoren
  • Primaire sector. De primaire sector is de economische sector die grondstoffen en voedsel levert. Deze sector beslaat de sectoren landbouw, veeteelt, jacht, visserij en de delfstoffenwinning. De verwerking van deze grondstoffen gebeurt in de secundaire sector.
  • Secundaire sector. Deze sector staat bekend als de industrie. Dit behelst alle bedrijven en activiteiten die de grondstoffen van de primaire sector verwerken. De producten worden doorgaans door de tertiaire sector aan de consument doorverkocht.

Slide 9 - Slide

Sectoren

  • Tertiaire sector. Deze sector omvat de commerciële dienstverlening: bedrijven die met de verkoop van hun diensten winst willen maken. Tot de tertiaire sector rekent men onder andere winkels, horeca, theaters, kappers, groothandels, transportbedrijven, verhuurders, uitzendbureaus, accountants, advocaten, adviseurs en ICT-bedrijven.
  • Quartaire sector. De quartaire sector is de niet-commerciële dienstverlening, de enige economische sector zonder winstoogmerk. In deze sector vallen de overheidsdiensten en de door de overheid gesubsidieerde diensten. Voorbeelden zijn ziekenhuizen, verpleeghuizen, brandweer, defensie, gezondheidszorg, sociaal werk, onderwijs en cultuur.

Slide 10 - Slide

Soorten goederen 
Individuele goederen zijn goederen waarbij iemand de ander kan uitsluiten van het gebruik
(uitsluitbaarheid) en waarbij het gebruik door de één ten koste gaat van het gebruik van de
ander (rivaliserend). Een uitzondering van rivaliserend is bijvoorbeeld de aanschaf van een
Ziggo televisie abonnement. Ziggo levert alleen aan klanten te betalen, echter het gebruik
door de één gaat niet ten koste van de ander.

Collectieve goederen zijn goederen die door de overheid (het collectief) worden
geproduceerd).


Slide 11 - Slide

Soorten goederen 
Zuiver collectieve goederen zijn goederen zijn goederen die door iedereen gebruikt
worden. Omdat collectieve goederen niet uitsluitbaar zijn, moet de overheid (het collectief) ze
produceren. Collectieve goederen kunnen rivaliserend zijn. Als bijvoorbeeld in Amsterdam
gevierd wordt dat Ajax landskampioen voetbal is geworden, wordt er niet tegelijkertijd een
vergunning afgegeven om te demonstreren tegen het milieubeleid. Immers de menskracht
van de Amsterdamse politie is beperkt. Een voorbeeld van niet uitsluitbaar èn niet
rivaliserend goederen zijn de Deltawerken in Zeeland.


Slide 12 - Slide

Soorten goederen 
Quasi-collectieve goederen zijn goederen waarvoor de overheid wel een individuele prijs
rekent. Een voorbeeld is een reisdocument. Zo kost een identiteitskaart (18 jaar en ouder) in
de gemeente Leeuwarden € 56,80. Hoewel er sprake is van uitsluitbaarheid èn van
individuele levering beschouwen een reisdocument als een collectief goed. Immers dit goed
wordt door het collectief (in dit geval de gemeente) geleverd.

Slide 13 - Slide

timer
2:00
Circulaire economie

Slide 14 - Mind map

Van take-make-waste naar circulaire economie

In een circulaire economie staat het hergebruik van producten en grondstoffen centraal en worden afval en schadelijke emissies naar bodem, water en lucht zo veel mogelijk voorkomen. De overgang naar een circulaire economie kan Nederland minder afhankelijk maken van de import van schaarse grondstoffen en bijdragen aan een schoner milieu.

Slide 15 - Slide

https://themasites.pbl.nl/o/circulaire-economie/

Slide 16 - Slide

Oefentoets nakijken

Slide 17 - Slide

Succes! 

Slide 18 - Slide