We spreken van een ‘neurogene blaas’ wanneer er een blaasfunctiestoornis optreedt t.g.v. neurologische schade (= schade aan het zenuwstelsel). Er kan sprake zijn van een overactieve blaas of een hypoactieve blaas.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
VerpleegkundeBeroepsopleiding
This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 10 min
Items in this lesson
Neurogene blaas
We spreken van een ‘neurogene blaas’ wanneer er een blaasfunctiestoornis optreedt t.g.v. neurologische schade (= schade aan het zenuwstelsel). Er kan sprake zijn van een overactieve blaas of een hypoactieve blaas.
Slide 1 - Slide
Is deze afbeelding een realistische weergave van een met urine gevulde blaas?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quiz
Waar of niet waar: de urethra van een man is 2x zo lang als die van een vrouw.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
De nieren produceren dagelijks ongeveer 1500 ml urine bij een normale vochtintake, afhankelijk van de hoeveelheid uit te scheiden afvalstoffen en water. Hoe vaak moet een gemiddeld persoon per dag urineren?
A
3 á 5 keer
B
5 á 7 keer
C
8 á 10 keer
D
10 á 12 keer
Slide 4 - Quiz
Plassen is een lichamelijke functie die aangestuurd wordt door het ...
A
Sympathische zenuwstelsel
B
Parasympathische zenuwstelsel
Slide 5 - Quiz
De blaasspier (detrusor) is tijdens een normale urinelozing …
A
Aangespannen
B
Ontspannen
Slide 6 - Quiz
Het trigonum (driehoekige blaasbodem) geeft informatie door aan de hersenen middels receptoren. Wat voor soort informatie geven deze receptoren door aan de hersenen?
A
Gevoel dat blaas vol is
B
Gevoel dat blaas leeg is
Slide 7 - Quiz
Bij een vrouw in de menopauze neemt de oestrogeenproductie af. Oestrogeen is o.a. verantwoordelijk voor …
A
de antibacteriële beschermfunctie van de blaas
B
het elastisch en doorbloed houden van de urethra
C
de stevigheid van de bekkenbodem d.m.v. collageen
Slide 8 - Quiz
De blaas is een holle spier en heeft een opslagfunctie voor urine. Wat is gemiddeld het maximale volume aan urine dat de blaas kan vasthouden?
A
100 - 300 ml
B
200 - 400 ml
C
300 - 500 ml
D
400 - 600 ml
Slide 9 - Quiz
De blaas is aan de binnenzijde bekleed met slijmvliezen (mucosa). Er zijn verschillende stoffen die de blaaswand extra kunnen prikkelen, waardoor een persoon eerder aandrang voelt. Noem er drie.
Slide 10 - Open question
Normale mictie verloopt via de zogenaamde mictiereflexboog. Klopt het dat na een CVA de mictiereflex meestal intact blijft?
A
Ja
B
Nee
Slide 11 - Quiz
Laesies aan het ruggenmerg kunnen zorgen voor zowel urine incontinentie als een retentieblaas. Is retentie het meest aannemelijk bij een hoge of een lage laesie?
A
Hoge laesie
B
Lage laesie
Slide 12 - Quiz
Het pontine mictiecentrum (PMC) is gelegen in de hersenstam (pons) en wordt ook wel de automatische aan/uit knop genoemd voor de blaaslediging. Onder controle van welk gedeelte van de hersenen staat het PMC?
A
Frontale kwab
B
Pariëtale kwab
C
Occipitale kwab
D
Temporale kwab
Slide 13 - Quiz
Na een CVA kan het voorkomen dat mensen vaker ’s nachts moeten plassen. Dit komt doordat het natuurlijke dag- en nachtritme uit balans raakt door een verhoogde afgifte van een bepaald hormoon door de hypofyse. Welke?
A
Schildklier stimulerend hormoon (TSH)
B
Bijnierschorsstimulerend hormoon (ACTH)
C
Antidiuretisch hormoon (ADH)
Slide 14 - Quiz
Een CVA zorgt in veel gevallen voor veranderingen in de mictie. Is er bij een CVA vaker sprake van een overactieve of hypo-actieve blaas?
A
Overactieve blaas
B
Hypoactieve blaas
Slide 15 - Quiz
Na deze klinische les ben ik ...
A
super enthousiast en wil ik ook graag continentieverpleegkundige worden ;)