voltooid deelwoord

1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Spelling v.dw

Herhalen                                              5 min.
Uitleg                                                   10 min.
Zelfstandig werken                       10 min.
Nakijken                                               5 min.
Spel                                                       10 min.


Slide 2 - Slide

persoonsvorm t.t.         Vul het schema in!

Slide 3 - Slide

persoonsvorm           Nakijken

Slide 4 - Slide

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Slide 5 - Open question

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  
2. ik-vorm +t
3. ik word +t     
4. wordt             

Slide 6 - Slide

De conciërge .......... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.

Slide 7 - Open question

De conciërge ....... (houden t.t.) de leerlingen goed in de gaten.
1. de conciërge = hij  
2. ik-vorm + t
3. ik houd + t   
4. houd         

Slide 8 - Slide

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 9 - Open question

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +t
3. ik luid +t     
4. luid         

Slide 10 - Slide

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 11 - Open question

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = lui  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. luid +de
7. luidde          

Slide 12 - Slide

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.


Slide 13 - Open question

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

1. het grote huis = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = bran  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. brand +de
7. brandde          

Slide 14 - Slide

Doel van deze les
  • voltooid deelwoord

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Overleg in tweetallen

Slide 18 - Slide

De wedstrijd is te laat _____. (starten)

Slide 19 - Open question

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

Slide 20 - Open question

We hebben gisteren worstjes _____. (braden)

Slide 21 - Open question

Björn heeft geld _____ van zijn vriend. (lenen)

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Maken:
Werkblad 
zwakke werkwoorden

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

't ex-kofschip
Fietsen

Fiets

Hij fietste
Wij fietsten
Rammelen

Rammel

Hij rammelde
Wij rammelden

Slide 27 - Slide

Afsluiting

  • Volgende les:  bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Slide 28 - Slide