H14.4 Weerstand

H14 Elektrische energie 3
H14.4 Weerstand
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H14 Elektrische energie 3
H14.4 Weerstand

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen spanning en stroomsterkte?

Slide 2 - Open question

Welke formules om het (elektrische) vermogen uit te rekenen ken je?

Slide 3 - Open question

Weerstand
Hoe meer weerstand, hoe moeilijker de stroom er doorheen gaat.

Een geleider heeft weinig weerstand.

Een isolator heeft veel weerstand.

Slide 4 - Slide

Wet van Ohm

Slide 5 - Slide

Weerstand
Weerstand in elektrische schakelingen geeft aan hoeveel de bewegende elektronen worden tegengehouden.
Je kunt dit vergelijken met een waterleiding die opeens een stukje dunner wordt.

De eenheid van weerstand (R) is Ohm (     )
Ω

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Spanning (V)
Stroomsterkte (A)
U/I = Weerstand
0,1
0,001
100
0,5
0,0049
102
1,0
0,01
100
1,5
0,016
94
2,0
0,02
100
2,5
0,024
104
3,0
0,03
100
4,0
0,039
103

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

kleurcode weerstanden
binas tabel 13

Slide 16 - Slide

Kleurcode weerstand
kleuren bekijken van links naar rechts
ABDT ( want 4 ringen)
A = groen = 5
B = blauw = 6
D = bruin = 1 nul
T = goud = +- 5%

weerstand = 560 +- 5%

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Weerstand
Weerstand in elektrische schakelingen geeft aan hoeveel de bewegende elektronen worden tegengehouden.
Je kunt dit vergelijken met een waterleiding die opeens een stukje dunner wordt.

De eenheid van weerstand (R) is Ohm (     )
Ω

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De wet van Ohm
Spanning is de oorzaak achter stroomsterkte. 
Stroomsterkte hangt af van de weerstand van een draad/apparaat.
Dit kunnen we met de wet van Ohm beschrijven:

U=IR

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Formule soortelijke weerstand
R=Aρl
A=m2
ρ=Ωm
l=m

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Dikkere draden hebben aan kleinere weerstand dan dunnere draden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Langere draden hebben een kleinere weerstand dan kortere draden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Overzicht van grootheden en eenheden

Slide 40 - Slide