Het berekenen van het gemiddelde en de mediaan

• Wiskunde
• Lager onderwijs

Het berekenen van het gemiddelde en de mediaan

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je het gemiddelde en de mediaan berekenen.

Leg de leerdoelen uit aan de leerlingen voordat je begint met de les.

Wat weten jullie al over het berekenen van het gemiddelde en de mediaan?

Gemiddelde en mediaan 

Het gemiddelde of de mediaan  geven allemaal informatie over een reeks getallen.

Leg uit dat deze drie statistieken allemaal iets anders vertellen over een reeks getallen.

Wanneer gebruik je het gemiddelde?

Het gemiddelde gebruik je als je een idee wilt krijgen van wat 'normaal' is.

Leg uit wanneer het handig is om het gemiddelde te gebruiken.

Wat is het gemiddelde?

Het gemiddelde is de som van alle getallen gedeeld door het aantal getallen.

Leg uit wat het gemiddelde is en geef een voorbeeld.

Voorbeeld: Bereken het gemiddelde

Bereken het gemiddelde van de volgende getallen: 5, 7, 9, 11

Laat de leerlingen het gemiddelde berekenen en controleer de antwoorden.

Om het gemiddelde te berekenen van de getallen 

5, 7, 9 en 11, volg je deze stappen:

Wanneer gebruik je de mediaan?

De mediaan gebruik je als je wilt weten welk getal in het midden staat.

Leg uit wanneer het handig is om de mediaan te gebruiken.

Wat is de mediaan?

De mediaan is het middelste getal als de getallen op volgorde staan.

Leg uit wat de mediaan is en geef een voorbeeld.

Voorbeeld: Bereken de mediaan

Bereken de mediaan van de volgende getallen: 3, 6, 9, 12

Laat de leerlingen de mediaan berekenen en controleer de antwoorden.

Om de mediaan te berekenen van de getallen 3, 6, 9, 12, volg je deze stappen:

Terugblik

Wat hebben we vandaag geleerd?

Vat de belangrijkste punten van de les samen.

Waarom zijn gemiddelde en mediaan belangrijk?

Het gemiddelde en de mediaan worden vaak gebruikt in de statistiek en kunnen belangrijke informatie geven over een reeks getallen.

Leg uit waarom het belangrijk is om het gemiddelde en de mediaan te kunnen berekenen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.