6.2 Waar zorgt de overheid voor?

6.2 Waar zorgt de overheid voor?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

6.2 Waar zorgt de overheid voor?

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les
  • Leerdoelen 
  • Voorkennis activeren
  • Huiswerk controleren
  • Uitleg 6.2
  • Werkvorm 6.2
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Aan het eind van de les kunnen de leerlingen  voorbeelden geven van collectieve voorzieningen waar ze zelf mee te maken hebben. 
  • Aan het eind van de les kunnen de leerlingen in eigen woorden uitleggen wat sociale zekerheid is en kunnen ze er voorbeelden van geven.
  • Aan het eind van de les kunnen de leerlingen de AOW premie berekenen.
  • Aan het eind van de les kunnen de leerlingen aangeven wie de collectieve sector is en wie de particuliere sector is. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Huiswerk controleren
Wat: Huiswerk controleren opdracht 3 t/m 13 van paragraaf 6.1
Waar: Blz 179 t/m 183 
Hoe: Zelfstandig met een nakijkblad
Tijd: 10 minuten
Hulp: de docent
Klaar: Maken samenvattingsopdracht 6.1 op blz 204

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Collectief = gezamenlijk
De overheid zorgt voor:
  • School
  • Parken
  • Wegen
  • Speeltuinen
Dit zijn collectieve voorzieningen.
Jij betaalt hier niks voor

Slide 7 - Slide

Niet kunnen werken
Verdien je te weinig?
door bijvoorbeeld:
  •  Ziekte
  • Geen werk
Dan heb je recht op een uitkering
Dit is een geld bedrag wat je van de overheid krijgt. 
De werking van het geven van uitkeringen noemen we sociale zekerheid.
Een zekerheid tot een inkomen


Slide 8 - Slide

Soorten uitkeringen
Soort uitkering
Betekenis
WW
Voor de mensen zonder baan
AOW
Voor mensen boven de pensioensleeftijd
WIA
Als je 2 jaar of korter ziek bent en niet kan werken
Wajong
Voor jongere als ze niet kunnen werken door ziekte

Slide 9 - Slide

Waar komt het geld vandaan?
Alle uitkeringen kosten geld

Wie betaalt dit?
- Jij als werkende betaalt een deel van je inkomen aan de overheid

Hoe veel ben ik kwijt?
- een bepaald percentage
- percentage reken je uit met een verhoudingstabel


Slide 10 - Slide

Winst of geen winst
Wat willen de meeste bedrijven?
Geld

De collectieve sector wil geen winst:
- school
- Overheid
De particuliere sector wil wel winst
- Supermarkt

Slide 11 - Slide

Welke uitkering zou jij kunnen aanvragen als je ziek bent?
A
AOW
B
WW
C
Wajong
D
Geen

Slide 12 - Quiz

Wat zijn collectieve voorzieningen?
A
Bedrijven die winst willen behalen
B
Voorzieningen die voor iedereen zijn en waar je niks voor betaalt
C
Uitkeringen
D
Mensen die je helpen een baan te zoeken

Slide 13 - Quiz

Wat is geen collectieve voorziening?
A
School
B
Wegen
C
Park
D
Supermarkt

Slide 14 - Quiz

Vindt jij het goed dat er sociale zekerheid is? licht je mening toe

Slide 15 - Open question

Wat is voordeliger voor jou als je werkt?
A
Een hoge AOW premie
B
Een lage AOW premie

Slide 16 - Quiz

Oefen opgave
Iedereen betaalt AOW- premie over het inkomen wat ze verdienen. Hoeveel premie moet jij betalen?

Wat is je droom jaarinkomen?
Bereken hier de AOW- premie over.
Het AOW - premie tarief is 17,9%

Bijvoorbeeld een docent verdient €50.323
€50.323 : 100 x 17,9% = €9.007,82

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken:
Klaar voor een uitdaging?
Kom een oefenblad halen met uitdagende opdrachten. 
kom je er niet uit, probeer het met klasgenoten op te lossen

Ben je klaar?
Maak opdrachten 1 t/m 14 van 6.2


Oefenen met de docent:
Nog even extra oefenen?
Pak een pen + papier, we gaan samen naar sommige opdrachten kijken

Zijn we klaar?
Dan ga je maak opdrachten 1 t/m 14 van 6.2
Kom je er niet uit, vraag hulp aan je buren of de docent

Slide 18 - Slide

Huiswerk:
Huiswerk wordt:
Het uitgedeelde werkblad

Slide 19 - Slide

Leerdoelen behaald?
Afsluitende opdracht:
Je maakt 2, 3 of 4 tallen en je gaat bespreken wat je deze les geleerd heb. 
Je beantwoordt de volgende vragen en schrijft de antwoorden op en deze lever je in.
  • Schrijf 4 voorbeelden op van collectieve voorzieningen waar jij mee te maken heb in je leven.
  • Schrijf op wat in jullie woorden sociale zekerheid is en geef voorbeelden
  • Schrijf het verschil tussen collectieve sector en particuliere sector op

Slide 20 - Slide