What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Verbes -er, savoir, pouvoir, vouloir, voir
Verbes
regelmatige werkwoorden op -re
onregelmatige werkwoorden: pouvoir, savoir, voir, vouloir
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Verbes
regelmatige werkwoorden op -re
onregelmatige werkwoorden: pouvoir, savoir, voir, vouloir
Slide 1 - Slide
verbes réguliers -re
attendre (wachten op)
vendre (verkopen)
entendre (horen)
descendre (naar beneden gaan)
répondre (antwoorden)
Slide 2 - Slide
présent:
verbes -re
je rend
s
(ik geef terug)
tu rend
s
il rend
nous rend
ons
vous rend
ez
ils rend
ent
Slide 3 - Slide
passé composé:
verbes -re
j'ai rend
u
(ik heb teruggegeven)
tu as rend
u
il a rend
u
nous avons rend
u
vous avez rend
u
ils ont rend
u
Slide 4 - Slide
imparfait:
verbes -re
nous rendons --> STAM -ons = rend
je rend
ais
(ik gaf terug)
tu rend
ais
il rend
ait
nous rend
ions
vous rend
iez
ils rend
aient
Slide 5 - Slide
futur:
verbes -re
Hele werkwoord + uitgang (denk aan "avoir")! Hier wel de- e aan het eind eraf halen.
je rendr
ai
(ik zal teruggeven)
tu rendr
as
il rendr
a
nous rendr
ons
vous rendr
ez
ils rendro
nt
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Zijn jullie er klaar voor???
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Le chat ______ (mordre, passé composé) le chien!
Slide 17 - Open question
Nous nous _____ bien.
(défendre, présent)
Slide 18 - Open question
Ik zal wachten__________ (attendre)
Slide 19 - Open question
Nous _____________ (rendre, imparfait) l' argent.
Slide 20 - Open question
Ils _____ des bonbons délicieux. (vendre, présent)
Slide 21 - Open question
Il _____ ton livre demain. (rendre, futur)
Slide 22 - Open question
Wat is fout?
(pouvoir)
A
Nous pourrons
B
Vous pourez
C
Nous avons pu
D
Ils peuvent
Slide 23 - Quiz
Wat is fout?
(voir)
A
J'ai vu
B
Nous voirons
C
Vous voyez
D
Ils voient
Slide 24 - Quiz
Wat is fout?
(savoir)
A
Je save
B
Il a su
C
Je savais
D
Elles savent
Slide 25 - Quiz
Wat is fout?
(vouloir)
A
Vous voulez
B
Ils veulent
C
Je voule
D
Nous avons voulu
Slide 26 - Quiz
Welke vorm is fout?
(vouloir)
A
Il voulait
B
Ils voulaient
C
Elles ont voulues
D
Elle ont voulu
Slide 27 - Quiz
Wat is goed?
(pouvoir)
A
Vous pourez
B
Vous pourrez
C
Vous peuvez
D
Vous avez pouvé
Slide 28 - Quiz
Vul de juiste vorm van het werkwoord in (imparfait)
Les filles.......... les garçons
A
ont vu
B
sont vues
C
voient
D
voyaient
Slide 29 - Quiz
Slide 30 - Slide
More lessons like this
Werkvormen: Anagram
April 2025
-
10 slides
Tekenen
Taal
+21
Basisschool
Middelbare school
Praktijkonderwijs
WoW! - Werkvormen in LessonUp
London, the movie
February 2019
-
6 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids
M 1 Present Simple (herhalen)
June 2022
-
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1
Present Perfect
June 2022
-
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
Past Simple vs. Present Perfect
June 2022
-
38 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Present Continuous
June 2022
-
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, k, havo
Leerjaar 1
Recap Present Perfect vs Past Simple
June 2022
-
17 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Talent 3,8 Voltooid deelwoord van ww
November 2023
-
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2,3