Leer de basisbeginselen van Javascript

Leer de basisbeginselen van Javascript
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leer de basisbeginselen van Javascript

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de basisbeginselen van Javascript begrijpen en toepassen.

Slide 2 - Slide

Leg het leerdoel van de les uit aan de studenten.
Wat weet je al over Javascript?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is Javascript?
Javascript is een programmeertaal die wordt gebruikt om interactieve webpagina's te maken.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat Javascript is en waar het voor wordt gebruikt.
Variabelen
Een variabele is een container voor een waarde, zoals een getal of een tekst. In Javascript kun je variabelen maken met de 'var' keyword.

Slide 5 - Slide

Laat zien hoe je variabelen kunt maken en waartoe ze dienen.
Functies
Een functie is een stuk code dat een bepaalde taak uitvoert. Functies worden gedefinieerd met het 'function' keyword.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat functies zijn en hoe ze kunnen worden gedefinieerd en aangeroepen.
For Loop
Een for loop is een manier om een stuk code meerdere keren uit te voeren. Het bestaat uit drie delen: de initialisatie, de voorwaarde en de increment.

Slide 7 - Slide

Laat zien hoe een for loop kan worden gebruikt om een stuk code meerdere keren uit te voeren.
If Statement
Een if statement wordt gebruikt om een stuk code alleen uit te voeren als aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan. Het bestaat uit een conditionele expressie en een code block.

Slide 8 - Slide

Leg uit hoe if statements kunnen worden gebruikt om code selectief uit te voeren.
Events
Een event is iets wat gebeurt in de browser, zoals het klikken op een knop of het laden van een pagina. Met Javascript kun je reageren op deze events en code uitvoeren.

Slide 9 - Slide

Laat zien hoe Javascript kan worden gebruikt om te reageren op events.
Samenvatting
Javascript is een programmeertaal die wordt gebruikt om interactieve webpagina's te maken. Met variabelen, functies, loops, if statements en events kun je de functionaliteit van een webpagina uitbreiden.

Slide 10 - Slide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en beantwoord eventuele vragen van de studenten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.