Antwoord geven

Antwoord geven
Hoe geef je antwoord op een toets.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Antwoord geven
Hoe geef je antwoord op een toets.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Ik kan de vraag herhalen in mijn antwoord.

Ik kan in mijn antwoord goed uitleggen waarom iets gebeurt.

Ik kan herkennen of een antwoord goed in elkaar zit.


Slide 2 - Slide

Hoe pak jij een vraag op de toets aan? Vertel het stap voor stap.

Slide 3 - Slide

Voorbeeldvraag:
Waarom stopte de handel in de vroege middeleeuwen?

Slide 4 - Slide

Voorbeeldvraag:
Waarom werden Afrikanen als slaaf naar Amerika gebracht?

Niet: Omdat de indianen dood gingen.

Slide 5 - Slide

Voorbeeldvraag:
Waarom werden Afrikanen als slaaf naar Amerika gebracht?

Niet: Omdat de indianen dood gingen.

Wat vertelt dit antwoord ons?
Wat weten we nog niet?

Slide 6 - Slide

Voorbeeldvraag:
Waarom werden Afrikanen als slaaf naar Amerika gebracht?

Niet: Omdat de indianen dood gingen.

Wel: Afrikanen werden als slaaf naar Amerika gebracht omdat.....

Slide 7 - Slide

Voorbeeldvraag:
Waarom werden Afrikanen als slaaf naar Amerika gebracht?

Niet: Omdat de indianen dood gingen.

Wel: Afrikanen werden als slaaf naar Amerika gebracht omdat de indianen stierven en er dus nieuwe arbeiders nodig waren op de plantages.

Slide 8 - Slide

Zoek de verschillen:
Waarom werden Afrikanen als slaaf naar Amerika gebracht?
Niet: Omdat de indianen dood gingen.

Wel: Afrikanen werden als slaaf naar Amerika gebracht omdat de indianen stierven en er dus nieuwe arbeiders nodig waren op de plantages.

Nog beter voorbeeld: Afrikanen werden als slaaf naar Amerika gebracht omdat de indianen door ziektes en zwaar werk stierven. Er waren nog steeds arbeiders nodig op de plantages, dus werden Afrikanen gehaald.

Slide 9 - Slide

Gouden regels!

Herhaal de vraag in je antwoord

Leg het begrip uit.

Leg uit waarom iets gebeurde of wat het gevolg is. Niet alleen feitjes geven!



Slide 10 - Slide

Waarom werkten kooplieden samen in een compagnie?


Herhaal de vraag in je antwoord

Leg het begrip uit.
Leg uit waarom iets gebeurde of wat het gevolg is. Niet alleen feitjes geven!




Slide 11 - Slide

Waarom werkten kooplieden samen in een compagnie?


Kooplieden werkten samen in een compagnie omdat een reis naar Azië duur en gevaarlijk was. Door samen te werken, deelden ze de kosten en het risico.

Slide 12 - Slide

Waarom handelden Europeanen in slaven?

Slide 13 - Slide

Waarom handelden Europeanen in slaven?


Europeanen handelden in slaven omdat ze veel arbeiders nodig hadden op plantages in Amerika. De oorspronkelijke bewoners stierven, dus haalden ze mensen uit Afrika om het werk te doen.

Slide 14 - Slide

Wat gebeurde er met mensen die tot slaaf waren gemaakt?

Slide 15 - Slide

Wat gebeurde er met mensen die tot slaaf waren gemaakt?


Mensen die tot slaaf waren gemaakt werden in forten opgesloten en daarna met schepen naar Amerika gebracht. Daar werden ze verkocht en moesten ze hard werken op plantages zonder rechten.

Slide 16 - Slide

Hoe zorgde de driehoekshandel ervoor dat slavernij bleef bestaan?

Slide 17 - Slide

Hoe zorgde de driehoekshandel ervoor dat slavernij bleef bestaan?


De driehoekshandel zorgde ervoor dat slavernij bleef bestaan, omdat het handelssysteem veel geld opleverde. Europeanen verdienden aan wapens die ze ruilden voor slaven, aan de verkoop van slaven in Amerika en aan de producten die slaven op plantages verbouwden. Daardoor wilden ze niet stoppen met slavernij, omdat het te veel winst opleverde.


Slide 18 - Slide

Waarom was de Republiek geen echte eenheid?

Slide 19 - Slide

Waarom was de Republiek op politiek-bestuurlijk gebied geen echte eenheid?

De Republiek was op politiek-bestuurlijk gebied geen echte eenheid omdat alle gewesten hun eigen wetten, rechtspraak en belastingen hadden. Alleen op het gebied van buitenlandse politiek en de verdediging van de Republiek werkte alle gewesten samen.

Slide 20 - Slide

Aan de slag!
Lees 4.1 goed door en bedenk een toetsvraag.

Schrijf op een blad je toetsvraag, schrijf ergens anders het juiste antwoord op. Denk bij je antwoord goed aan de gouden regels voor een goed antwoord!

Een klasgenoot maakt jouw vraag. Hierna controleer jij zijn antwoord op basis van jouw antwoordmodel. 

Slide 21 - Slide