taaldorp - au camping - 2 (1)

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

opdracht météo

video chez le docteur

dialogue au camping

au magasin

au camping

au restaurant

santé & sport

PLANNING

week 19        au restaurant

week 20       au magasin

week 21        santé & sport

week 22       au camping

week 23       herhaling

 

= les devoirs!!!

Dit betekent: veel thuis oefenen!

Schrijf  4 zinnen over het weer.

Dans le sud ...

Au centre de la France...

...

Quel temps fait-il pendant le weekend?

chez le docteur

• 1 laptop per tafelgroepje
• beantwoord de vraag van de dokter (goed opletten!)
• 6 vragen
  
  
• beste antwoord  (correct, uitgebreid) ->

chez le docteur

• 1 laptop per tafelgroepje
• beantwoord de vraag van de dokter (goed opletten!)
• 6 vragen
  
  
• beste antwoord  (correct, uitgebreid) ->

& er is één notulist: aantekeningen komen op Classroom

gesprek 1 - au camping

Tu es au camping avec tes parents et ta sœur. Tu vas à la piscine où tu rencontres une personne française. 
Je wilt zoveel mogelijk te weten komen, praat ook over school, sport, ...

gesprek 2 - au camping

Jullie kennen elkaar al een beetje. Je overlegt: wat zullen we komende dagen gaan doen? Praat ook over het weer.

Schrijf de gesprekken op!

00:16

Geef antwoord op de vraag van de arts

00:33

01:20

01:33

01:49

02:18

au camping

• jezelf voorstellen
• afspraak maken   
• dagen vd week
• kloktijden
• activiteiten  
• praten over het weer
• getallen
  
  

Dialoog, gesprek gaande houden

ik eet geen brood                        je ne mange pas de pain

er zijn geen appels meer         il n'y a plus de pommes.  

Na een ontkenning

de

ik eet geen brood                        je ne mange pas de pain

er zijn geen appels meer         il n'y a plus de pommes.  

Na een ontkenning

de

à + lidwoord

J'ai mal 

J'ai mal  ...    épaule.

J'ai mal  ...    tête.

J'ai mal  ...    bras.

J'ai mal  ...    oreilles.

Wat is de regel?

à + lidwoord

J'ai mal 

J'ai mal à l'épaule.

J'ai mal à la tête.

J'ai mal au bras.

J'ai mal aux oreilles.

ik neem water                    

ik wil graag salade             

ik eet pannenkoeken      

ik wil graag kaas    

delend lidwoord

ik neem water                je prends de l'eau

ik wil graag salade        je voudrais de la salade

ik eet pannenkoeken      je mange des crêpes

ik wil graag kaas            je voudrais du fromage