3.5

Welkom
Pak vast je boeken erbij en  open alvast lessonup.
Zorg ook voor iets om op te schrijven.
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Pak vast je boeken erbij en  open alvast lessonup.
Zorg ook voor iets om op te schrijven.

Slide 1 - Slide

Deze les
- Oefenen we het kruisingsschema
- Leer je hoe je een stamboom moet lezen.
- Beantwoorden we de vragen in de vragenbox

Slide 2 - Slide

Planning
- Korte herhaling
- Uitleg stamboom
- Uitleg kruisingsschema's, zelfstandig of alleen.
(afhankelijk van oefenvragen)

Slide 3 - Slide

Wat is het verschil tussen je genotype en je fenotype?

Slide 4 - Open question

Genotype: Erfelijke informatie opgeslagen in iedere lichaamscel in je DNA. (bouwtekening voor heel je lichaam)

Fenotype: Jouw (zichtbare) eigenschappen
Fenotype = genotype + invloeden van buitenaf

Slide 5 - Slide

Hoeveel genen voor vachtkleur heeft een muis in zijn maagcel?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Genenpaar
Het gen van de vader en het gen van je moeder vormen samen een chromosomenpaar.

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen homozygoot en heterozygoot?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Wat wordt het fenotype van de heterozygote muis?

Slide 11 - Open question

Dominant en ressesief
Bij een heterozygoot gen wordt het dominante gen zichtbaar in het fenotype:

Slide 12 - Slide

Dominant en ressesief
Dominant krijgt een Hoofdletter B
Recessief krijgt een kleide letter b




Genotype: Bb

Slide 13 - Slide

Genotype en fenotype
Genotype
Fenotype
Homozygoot
BB

bb
Grijs

bruin
Heterozygoot
Bb
Grijs

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Kruisen maar!

Slide 20 - Slide

andere woorden
Dragerschap: wel het gen, maar niet ziek (ziekte is recessief)
Intermediair: bij een heterozygoot zie je een tussenvorm

Slide 21 - Slide

Oefenvraag 1
Joost is drager voor het gen van een erfelijke ziekte. Hij is getrouwd met een vrouw die zelf ook drager is. Hoe groot is de kans dat zij een ziek kind zullen krijgen?

Slide 22 - Slide

Oefenvraag 2
Bij mensen is het gen voor bruine ogen dominant over het gen van blauwe ogen. De vader van Juul en Jacques heeft blauwe ogen. Moeder heeft bruine ogen. Juul heeft blauwe ogen.

Hoe groot is de kans dat Jacques bruine ogen heeft?

Slide 23 - Slide

Oefenvraag 3
Het gen voor kleurenblindheid is een recessief gen op het X chromosoom. 

a) Leg uit waarom jongens meer kans hebben op kleurenblindheid
b) Davids moeder is kleurenblind. Hoe groot is de kans dat hij zelf ook kleurenblind is?

Slide 24 - Slide

Oefenvraag 4
De bloemen van het leeuwenbekje  komen voor in paars (ApAp),
wit (AwAw) en de intermediaire kleur roze: (ApAw).
Een paars en een roze leeuwenbekje worden gekruisd. Wat is de verhouding van de nakomelingen?

Slide 25 - Slide

stamboom

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

vraag 1: welk geslacht heeft nummer 8?

Slide 28 - Slide

vraag 2: welke eigenschap is dominant?

Slide 29 - Slide

vraag 3: maak een kruisingsschema van 14 en 15

Slide 30 - Slide

Aan de slag
Maken opdrachten tm paragraaf 5

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide




Kruising P:  BB x bb

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Oefen vraag

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Slide