V2 H3 Bvb en obwb



§7 zinsdeelstukken

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



§7 zinsdeelstukken

Slide 1 - Slide

Zinsdelen en zinsdeelstukken
- Gezegde (WG of NG)
- Onderwerp
- Lijdend voorwerp
- Meewerkend voorwerp
- Bijwoordelijke bepaling
- Voorzetselvoorwerp
----------------------------------
- Bijvoeglijke bepaling (bvb)
- Ondergeschikte bijwoordelijke (obwb)
- Bijstelling (bijst)
bepaling (obwb)

Zinsdelen
Zinsdeelstukken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Je weet dat een zinsdeelstuk een deel is van een zinsdeel.

- Je weet dat een bijvoeglijke bepaling extra informatie geeft over een zelfstandig naamwoord.

- Je weet dat een ondergeschikte bijwoordelijke bepaling extra informatie geeft over een niet zelfstandig naamwoord.



Slide 3 - Slide

De bijvoeglijke bepaling (bvb)
  • De bijvoeglijke bepaling is GEEN zinsdeel, maar een deel van een ander zinsdeel.
  • De bijvoeglijke bepaling zegt iets over het belangrijkste zelfstandig naamwoord in een zinsdeel (= de KERN).
  •  De bijvoeglijke bepaling kan voor of achter een zelfstandig naamwoord staan.
  • Een bijvoeglijke bepaling vind je door te vragen: welk/wat voor + het zelfstandige naamwoord?


Slide 4 - Slide

Vb. 1 bijvoeglijke bepaling (bvb)
Het nieuwe museum | werd | door de Dordtse burgemeester | geopend.


nieuwe = bijv.bepmuseum (=de kern van het zinsdeel)
Dordtse = bijv.bepburgemeester (=de kern van het zinsdeel)

Slide 5 - Slide

Vb. 2 bijvoeglijke bepaling (bvb)
De slimme jongen | is | lid | geworden | bij de beste voetbalclub van ons dorp.

slimme = bijv.bep > jongen 
beste = bijv.bep >  voetbalclub 
van ons dorp = bijv.bep >  voetbalclub 

Slide 6 - Slide

bijv.bep. kort samengevat:
Een bijv.bep. zegt iets over het belangrijkste ZELFSTANDIGE NAAMWOORD van een zinsdeel = de kern (het belangrijkste ZN van het zinsdeel)

Slide 7 - Slide

Nu over naar: 


De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling

(obwb)

Slide 8 - Slide

De ondergeschikte bijwoordelijke bepaling
  • De obwb is een zinsdeelstuk.
  • De obwb zegt iets over een niet-zelfstandig naamwoord in een zinsdeel = de kern van het zinsdeel (maar geen zn)
  • De obwb kan voor of achter een niet-zn staan.
  • Let op: soms zit een obwb binnen een bijvoeglijke bepaling zoals: (heel > lekkere, ontzettend > saaie etc.)


Slide 9 - Slide

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke kern(en) vind je in deze zin?
-> Is dit een zn of een andere woordsoort?
-> benoem welk woord bij welk woord een obwb is, zo:
obwb = .... bij ....

Slide 10 - Slide

Vb. ondergeschikte bijwoordelijke bepaling/ obwb
De  sommen | vind | ik | erg moeilijk.

-> Welke woorden zeggen iets over deze kernen?
erg = obwb bij moeilijk (niet-zn, dus obwb)


Slide 11 - Slide

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren vonden de leerlingen van de tweede klas heel erg interessant.
-> Zet zinsdeelstreepjes en bepaal per zinsdeel welke kern er is. 
-> Bedenk is dit een zn of een niet-zn
-> noteer obwb: ... -> ...
                     bvb: ... -> ...

Slide 12 - Slide

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van de tweede klas | heel erg interessant.



Slide 13 - Slide

Vb. obwb en bvb
De zeer ingewikkelde opdrachten van gisteren| vonden | de leerlingen van de tweede klas | heel erg interessant.

zeer ingewikkelde is bvb bij opdrachten (=zn)
zeer is obwb bij ingewikkelde (= niet-zn)
van gisteren is bvb bij opdrachten (=zn)
van de tweede klas is bvb bij leerlingen (=zn)
heel erg is obwb bij interessant (=niet-zn)
heel is obwb bij erg (niet-zn) > let op: soms zit er dus een obwb in een bvb!



Slide 14 - Slide

Aan de slag

§7 Zinsdeelstukken
Opdracht 1, 2 + 4 (blz. 218)

Slide 15 - Slide

Aan de slag!

  • Maak de online planning grammatica 


Slide 16 - Slide