GL2B - H2, par 1

1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

GL2B - H2, par 1
Herhaling van voor de kerstvakantie

Slide 2 - Slide

Wat wordt bedoeld met 'schaalniveau'?
A
Het aantal inwoners van een gebied
B
De grootte van een gebied in vierkante kilometers
C
Het niveau van detail waarop we naar geografische verschijnselen kijken
D
Het aantal steden in een regio

Slide 3 - Quiz

Wat is een wereldstad?
A
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
B
Een stad die belangrijke politieke, economische en culturele invloed heeft op mondiaal niveau
C
Een stad die alleen bekend is vanwege zijn toeristische attracties
D
Een stad die ligt in het centrum van een land

Slide 4 - Quiz

Welke van de volgende steden is een voorbeeld van een megastad?
A
Amsterdam
B
Los Angeles
C
Parijs
D
Berlijn

Slide 5 - Quiz

Wat is een 'hoofd­stad'?
A
De grootste stad in een land
B
De stad waar de regering van een land is gevestigd
C
De stad met de meeste toeristen
D
De stad met de hoogste bebouwingsdichtheid

Slide 6 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'bebouwingsdichtheid'?
A
Het aantal gebouwen per vierkante kilometer
B
De hoeveelheid groen in een stad
C
De ruimte die per persoon beschikbaar is in de stad
D
Het aantal auto’s per bewoner

Slide 7 - Quiz

Wat betekent 'hoog voorzieningenniveau' in een stad?
A
Er zijn veel winkelcentra in de stad
B
Er is weinig beschikbaar voor bewoners
C
De stad heeft veel groen
D
De stad heeft een groot aantal voorzieningen zoals scholen en ziekenhuizen

Slide 8 - Quiz

Welke (absolute!) factor beïnvloedt de ligging van een stad?
A
De afstand tot andere steden
B
Het soort grondstoffen dat beschikbaar is
C
De hoeveelheid groen in de stad
D
Het aantal inwoners in de stad

Slide 9 - Quiz

Primate city

Slide 10 - Drag question

Hoe wordt de ligging van een stad ten opzichte van andere steden vaak genoemd?
A
Stedelijke sprawl
B
Stedelijk netwerk
C
Ruimtelijke segregatie
D
Globalisering

Slide 11 - Quiz

Wat wordt verstaan onder 'verstedelijkingsgraad'?
A
Het percentage van de bevolking dat in een stad woont
B
Het aantal steden in een land
C
Het tempo van de verstedelijking
D
Het aantal inwoners in een stad

Slide 12 - Quiz

Urbanisatie (de groei van steden in lage-inkomenslanden) gebeurt onder andere door migratie. Hoe werkt dat?
A
Er wordt veel gebouwd in de stad
B
Het aantal kinderen in de stad neemt toe
C
Mensen verhuizen van het platteland naar de stad voor betere werk- en leefomstandigheden
D
Er is een groot aantal toeristen die de stad bezoeken

Slide 13 - Quiz

Vaak is er een hoog geboortecijfer in steden
A
Ja, zeker
B
Nee, heeft niks met elkaar te maken

Slide 14 - Quiz

Terug naar de powerpoint!

Slide 15 - Slide