Beenverbindingen BB klas 3b

Beenverbindingen 
3 Been verbindingen 

 
Thema 6 stevigheid en beweging 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Beenverbindingen 
3 Been verbindingen 

 
Thema 6 stevigheid en beweging 

Slide 1 - Slide

Leerdoel 
  1. Aan het einde van de les weet je welke 4 beenverbindingen er zijn. 
  2. Je kunt van minimaal twee beenverbindingen een voorbeeldgeven. 
  3. Aan het einde van de les kun je uitleggen welke type gewrichten er zijn en hoe ze werken.  

Slide 2 - Slide

  • Botten in je lichaam zitten aan elkaar vast.
  • Dit kan op de volgende 4 manieren 
Beenverbindingen 
  • Botten in je lichaam zitten aan elkaar vast.
  • Dit noemen we beenverbindingen.
  • Er zijn vier soorten beenverbindingen. 

Slide 3 - Slide

Verbinding met een naad.
  • Bij een verbinding met een naad is géén beweging mogelijk.
  • Daardoor ontstaat een stevige schedel.

Slide 4 - Slide

Vergroeide botten
  • Bij vergroeide botten is geen beweging mogelijk. 
  • Bij vergroeiing lijkt het één bot te zijn.
  • Voorbeelden zijn: het heiligbeen, het staartbeen.

Slide 5 - Slide

Verbinding met kraakbeen
  • Bij een verbinding met kraakbeen is een beetje beweging mogelijk. 
  • Omdat kraakbeen kan buigen.
  • Tussen het borstbeen en de ribben zit kraakbeen.
  • Tussen de wervels van de wervelkolom zit ook kraakbeen

Slide 6 - Slide

Verbinding met een gewricht
  • Botten die aan elkaar zitten met een gewricht kunnen goed bewegen. 
  • Zoals kniegewricht, die de botten van je boven en onderbeen met elkaar verbind. 

Slide 7 - Slide

Welke beenverbinding zie je op afbeelding 1.

Slide 8 - Open question

Welke beenverbinding zie je op afbeelding 2.

Slide 9 - Open question

Bouw van een gewricht

  • Een gewricht bestaat uit de gewrichtskogel past in de gewrichtskom.
  • Het kraakbeen zorgt ervoor dat de botten soepel kunnen bewegen en dat de botten minder slijten.
  • Het gewrichtskapsel houdt de botten van het gewricht op hun plaats en het maakt gewrichtssmeer.
  • Gewrichtssmeer zorgt ervoor dat het gewricht soepel beweegt.
  • Om sommige gewrichten zitten stevige kapselbanden, die de botten van het gewricht op hun plaats houden. 

Slide 10 - Slide

Bouw van een gewricht

Slide 11 - Slide

Sleep de namen naar het goede nummer. 
gewrichtskogel
gewrichtskapsel
gewrichtskom
kraakbeenlaagje
gewrichtssmeer
1
2
3
4
5

Slide 12 - Drag question

Soorten gewrichten
Je lichaam heeft twee soorten gewrichten: 
 Scharniergewrichten:
kogelgewrichten:
  • De gewrichtskogel van het ene bot draai in de gewrichtskom van het andere bot.
  • Het bot kan met de gewrichtskogel allerlei kanten op bewegen.
  • Zoals: het schoudergewricht en het heupgewricht.
  • Hierbij  beweegt het ene bot als een scharnier ten opzichte van het andere bot.
  •  Daardoor kunnen de botten alleen heen en terug bewegen.
  • Zoals:  de vingerkootjes en de elleboog.

Slide 13 - Slide

Soorten gewrichten
Kogelgewricht 
Scharniergewricht 

Slide 14 - Slide

kogelgewricht 
scharniergewricht

Slide 15 - Drag question