Le Passé Composé (avoir): brugklas

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Passé Composé

https://edition.thiememeulenhoff.nl/secure/d/stream/libreservice_ju_e1_hv1/paragraph/7b7d0410-6b14-44d6-8076-521ab6407cd4/532c7c02-03f4-49ef-8240-ec36d4b2a61a/theory

Passé Composé??!!

"wij spelen"
> in de voltooide vorm:

1. wij speelden
2. wij hebben gespeelt
3. wij hebben gespeeld
4. wij zijn gespeeld

Zet de zin in de voltooide tijd.
"Ik kijk."

néerlandais > français:

Ik kijk. -> Je regarde. 

Ik heb gekeken. -> J'ai regardé.

Wij spelen. -> Nous jouons.

Wij hebben gespeeld. -> Nous avons joué.

Passé Composé : 2 delen

- Deel 1: het werkwoord AVOIR

j'ai

tu as

il / elle / on a

nous avons

vous avez

ils / elles ont

Passé Composé : 2 delen

- Deel 2: het voltooid deelwoord

Voorbeelden:

joué

dansé

aimé 

regardé

acheté

Wat valt er op aan deze werkwoorden?

1. eindigen allemaal op é
2. eindigen allemaal op iets anders
3. ik heb geen idee
4. niks

C'est facile!

1. een vorm van 'avoir'   

+

2. het voltooid deelwoord van het ww

=

jij hebt gekeken  (regarder)

> tu as  +  regardé   

Faites attention!

Verbes irréguliers
-> onregelmatige werkwoorden hebben een eigen vorm!

- être -> été : J'ai été malade. = Ik ben ziek geweest.

- avoir -> eu : Il a eu un cadeau. = Hij heeft een cadeau gekregen.

- prendre -> pris : Nous avons pris le métro. = Wij hebben de metro genomen.

- faire -> fait : Tu as fait des photos? = Heb je foto's gemaakt?

- vouloir -> voulu : Elle a voulu avoir un chien. = Zij heeft een hond gewild.

ik heb gedanst

1. je danse
2. je suis dansé
3. j'ai danse
4. j'ai dansé

zij heeft gekeken

1. elle a regardé
2. elle a regardée
3. elle regardé
4. elle a regarde

jullie hebben gegeten

1. vous avez mangée
2. vous avons mangé
3. vous avez mange
4. vous avez mangé

wij hebben gedaan

1. nous avons fairé
2. nous avez fait
3. nous avons fait
4. nous faisons

la roue (het wiel)

Vervoeg de werkwoorden in de passé composé:

Roue 1: pronoms personnels

Roue 2:

verbes

wij hebben gespeeld
(jouer)

jij hebt gewonnen
(gagner)

zij hebben gewerkt
(travailler)

ik heb genomen
(prendre)

les devoirs:  taak 7.5 + taak 7.6

lezen: apprendre 5 (theorie-knop of p. 110-111)

maken: alle opdrachten die open staan in 7.5 en 7.6