H 3 herhalen lezen tekstsoorten

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek (p. 232)
  • etui
  • je krant/tijdschrift
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek (p. 232)
  • etui
  • je krant/tijdschrift

Slide 1 - Slide

Planning
  • Herhalen tekstsoorten en tekstdoelen 
  • Herkennen van teksten

Slide 2 - Slide

Tekstdoel en tekstsoort
Tekstdoel: wat wil de schrijver bereiken? Hij/zij wil je ....
informeren                 overtuigen               activeren             amuseren
Tekstsoort

Slide 3 - Slide

Informatieve tekst herkennen
  • schrijver geeft informatie, geen mening
  • bron die past bij informatie geven

krant, studieboek, tijdschrift als Quest, kookboek

Slide 4 - Slide

Betogende teksten herkennen
  • schrijver geeft informatie ÉN zijn mening
  • schrijver geeft argumenten om je te overtuigen 

opiniepagina van een krant, site met recensies van boeken

Slide 5 - Slide

Informeren of overtuigen






Bron: https://www.quest.nl/mens/gezondheid/a25572364/drugs-hormonen-pupillen/

Slide 6 - Slide

Informeren of overtuigen







Bron: https://www.destentor.nl/deventer/

Slide 7 - Slide

Informeren of overtuigen







Bron: https://www.trouw.nl/opinie/

Slide 8 - Slide

Informeren of overtuigen







Bron: https://www.hebban.nl/recensie

Slide 9 - Slide

Werkmoment
  • Zoek in je krant/tijdschrift naar een aansprekende tekst.
  • Benoem samen tekstdoel en tekstsoort (p. 232).
  • Hoe zie je dat het deze tekstsoort is?
  • Welke boodschap heeft de schrijver voor jou?

Teksten met elkaar delen.

Slide 10 - Slide

Werkmoment
  • Kun je de functies van inleiding en slot herkennen? (p. 104)
  • Kun je signaalwoorden herkennen? (p. 232)

Slide 11 - Slide

Tekstopbouw: inleiding
De functies van een inleiding:
- aandacht te trekken
- het onderwerp te benoemen of te omschrijven
- de aanleiding te noemen
- de centrale vraag te stellen
- een mening te geven
- een samenvatting te geven

Slide 12 - Slide

Tekstopbouw: slot
De functies van een slot:
- conclusie; met signaalwoorden als: dus, daarom, dan ook.
- samenvatting
- advies; met signaalwoorden als: het is raadzaam, het is beter, het is aan te raden.

Slide 13 - Slide

Tekstverbanden
p. 232
opsommend
ten eerste, ook, eveneens, bovendien, ten slotte ...
tijdsvolgorde
eerst, intussen terwijl, toen, vervolgens, ...
tegenstellend
maar, echter, toch, daarentegen, ...
uitleggend
bijvoorbeeld, zoals, zo, ...
redengevend
want, omdat, daarom, ...
concluderend
dus, dan ook, hieruit volgt, ...
vergelijkend
net als, evenals, ...
Zoek de overeenkomst

Slide 14 - Slide

Kernzinnen
  • Iedere alinea heeft een kernzin. 
  • Die zin bevat de belangrijkste informatie en de rest van de alinea is daar een uitwerking of uitleg van. 
  • Vaak staat de kernzin op de eerste plaats, soms op de tweede plaats en soms helemaal achteraan.

Slide 15 - Slide

Hoofdgedachte
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Slide 16 - Slide

Afsluiting
  • Tot de volgende les! 

Slide 17 - Slide