1.2 Je omgeving ontdekken [optioneel]

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom

Telefoon in telefoontas

Tas van tafel

Laptop pakken en opstarten

Ga in deze Lesson-Up

Leerdoelen vorige lessen

Je leert hoe je een goede beschrijving van een dier of plant geeft

Je kan aan de hand van ja/nee vragen een determinatiekaart gebruiken
 

Bedenk een geschikte vraag waarmee je deze twee vogels uit elkaar kan halen.

Leerdoel vandaag

Je kent het verschil tussen gewervelden en ongewervelden en kan deze kennis bij een plaatje toepassen

Indeling dieren

Indelen van dieren gaat in twee grote groepen:

Gewervelde dieren en ongewervelde dieren

Wat is het verschil?

De stam van de gewervelden 

wordt onderverdeeld in 5 groepen

Gewervelde dieren

Het dierenrijk kent 7 stammen. 

Eén van de stammen noemt men 'gewervelden'. 

Binnen de stam van de gewervelden zijn er 

5 groepen.

Alle gewervelde dieren hebben een inwendig skelet. Een onderdeel van dat skelet is de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit wervels.

5 groepen

Ze hebben een wervelkolom die opgebouwd is uit wervels

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

Kenmerken van gewervelden

De vijf groepen gewervelden kun je onderscheiden door te letten op de volgende kenmerken:

1. De huid

2. De lichaamstemperatuur

3. De ademhalingsorganen

4. De manier van voortplanten

5. De leefomgeving / milieu

1. Gewerveld
2. Ongewerveld

1. Gewerveld
2. Ongewerveld

Je ziet op dit plaatje een gewerveld dier en een ongewerveld dier.

1. Waar
2. Niet waar

biologiepagina.nl

Aan het werk!

Wat ga je maken? Van paragraaf 1.2 maak je opgaves: 13 + 14

Dit gaan we over 10 minuten bespreken.

Eerder klaar? Maak dan pagina 19