Executieve functies

Observeren en volgen
Annemieke Bregman
1 / 42
next
Slide 1: Slide
EFBeroepsopleiding

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Observeren en volgen
Annemieke Bregman

Slide 1 - Slide

Doelen:
  • Je weet hoe je executieve functies terug ziet in het dagelijkse gedrag, spel en handelen van kleuters.
  • Je leert wanneer de ontwikkeling van executieve functies bij een kleuter zorgelijk is en wat je kan doen.
  • Je weet hoe je executieve functies in kaart kan brengen.

Slide 2 - Slide

 Executieve functies zijn de denkprocessen die nodig zijn voor het reguleren van gedrag, gedachten en emoties.


  • EF zijn een grote voorspeller van schoolsucces.
  • De EF staan niet op zichzelf. 
  • Ze zijn te trainen.
  • Ze hebben invloed op elkaar en werken samen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Inhibitie
Helpt je je impulsen van binnenuit en prikkels van buitenaf te remmen, waardoor je eerst kunt nadenken voordat je doet. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

In de kring

Slide 8 - Mind map

Op het plein

Slide 9 - Mind map

Tijdens het
zelfstandig werken

Slide 10 - Mind map

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Omgeving aanpassen
Aanleren
Motiveren

Slide 13 - Slide

Wat zijn je vervolgacties voor Jay?

Slide 14 - Open question

Wat zijn je vervolgacties voor Samuel?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Werkgeheugen
Nodig om informatie in het geheugen vast te houden en te bewerken, Schoolse vaardigheid. 
Een kleuter kan vaak 1 of 2 stappen onthouden.
Veel oefenen hierbij helpt bij het aanleren. 
Herhaling, herhaling, herhaling,
Aandacht bij het oefenen
gebruik geheugensteuntjes (liedjes; routines)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Werkgeheugen
oefenen

Slide 20 - Mind map

Slide 21 - Slide

Meta cognitie
Metacognitie en zelfmonitoring helpen je om een stapje terug te doen in de situatie en het proces te evalueren zodat je er lering uit kunt trekken voor de volgende keer. 

-  vanaf het 8e levensjaar  tot ver in de volwassenheid.

Een aantal kenmerken van leerlingen die moeite hebben met metacognitie en zelfmonitoring:
Moeite met nadenken over of bepaald gedrag handig is (reflecteren)
Trekken weinig of geen lering uit ervaringen
Zijn zich niet bewust of hun gedrag aan de 'standaard' voldoet

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Metacognitie stimuleren

Slide 25 - Mind map

Planning en organisatie
Ontwikkelt zich tussen 8 en 12 jaar.
Een plan maken en uitvoeren.
Meerdere opdrachten

Modelen. 
Benoem wat je doet. 
Ondersteun met picto’s of liedjes

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Planning en organisatie
Wat doe jij in je klas?

Slide 28 - Mind map

Flexibiliteit
flexibiliteit ontwikkelt zich tussen 8 en 12 jaar. 


Slide 29 - Slide

Wat zijn activiteiten die jij in je klas gebruikt om flexibiliteit aan te leren?

Slide 30 - Open question

Taakinitiatie
taakinitiatie: ontwikkelt zich tussen 7 en 8 jaar. Uit jezelf aan een taakje starten. Ook taakjes doen die je niet zo leuk vindt. Sommige kinderen kunnen dit al heel goed. Voor anderen is dit veel moeilijker. Hebben metacognitie nodig om hier uit te komen, dan zijn ze vaak al 11 a 12 jaar. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Emotie regulatie
Toerenteller

Te hoog of te laag afgesteld
Tussen 7 en 8 jaar

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Welke EF heeft in jouw groep de meeste aandacht nodig?
Inhibitie
Werkgeheugen
Meta cognitie
Planning en organisatie
Flexibiliteit
Taak initiatie
Emotie regulatie

Slide 37 - Poll

Omgeving aanpassen
Aanleren
Motiveren

Slide 38 - Slide

Wat ga je doen de komende periode: Compenseren/aanpassen

Slide 39 - Open question

Wat ga je doen de komende periode:
Aanleren

Slide 40 - Open question

Wat ga je doen de komende periode:
Belonen en motiveren

Slide 41 - Open question

Dankvoor jullie volgehouden aandacht, inhibitie, werkgeheugen, emotieregulatie, ........

Slide 42 - Slide