This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 20 min
Items in this lesson
Verwantschap
Slide 1 - Slide
Verwantschap
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben, vertonen verwantschap.
Zoeken naar verwantschap door te kijken naar overeenkomst in:
De bouw van organen --> overeenkomsten in bouw
Processen in cellen
Samenstelling van stoffen in cellen
Slide 2 - Slide
Stoffen uit cellen
Hoe meer stoffen (zoals DNA en eiwit) overeenkomen bij twee soorten, des te korter geleden hebben ze een gemeenschappelijke voorvader gehad.
Dit kan steeds nauwkeuriger bepaald worden.
Slide 3 - Slide
Stamboom
Door DNA te vergelijken kan je een stamboom maken. Dit heet een evolutionaire stamboom.
- Hoe meer naar beneden, hoe langer geleden.
Slide 4 - Slide
Soorten met een gemeenschappelijke voorouder, vertonen verwantschap
Slide 5 - Slide
Hoe zie je dat soorten verwant zijn?
In een verwantschapsschema kan je zien hoe wetenschappers denken dat soorten aan elkaar verwant zijn.
Soorten staan dicht bij elkaar als ze kort geleden een gemeenschappelijke voorouder hadden.
Slide 6 - Slide
Verwantschap van soorten
De mensen die nu leven, hebben een gemeenschappelijke voorouder. Deze leefden ongeveer 150.000 jaar geleden in Afrika.
Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben vertonen verwantschap. Hoe langer geleden ze een gemeenschappelijke voorouder hadden, hoe minder de soorten verwant zijn.
In de afbeelding (een stamboom) zie je dat de Oerang-oetang en de moderne mens minder aan elkaar verwant zijn dan de chimpansee en de moderne mens.
Slide 7 - Slide
In de afbeelding is in een stamboom weergegeven hoe verschillende groepen roofdieren zich volgens de evolutietheorie hebben ontwikkeld. Drie groepen roofdieren zijn: de hondachtigen, de wasbeerachtigen en de zeehonden. Aan welke van deze groepen zijn de beren het meest verwant?
A
aan de hondachtigen
B
aan de wasbeerachtigen
C
aan de zeehonden
Slide 8 - Quiz
Volgens de evolutietheorie hebben de Aziatische en de Afrikaanse olifant zich ontwikkeld uit oer-olifantachtigen die ruim 50 miljoen jaar geleden op aarde leefden. In de afbeelding is deze ontwikkeling weergegeven in een stamboom Welke uitspraken zijn juist? 1 Zowel de Aziatische als de Afrikaanse olifant heeft zich ontwikkeld uit de Moeritherium. 2 De Wolharige mammoet is uitgestorven in het Pleistoceen.
A
uitspraak 1 is juist
B
uitspraak 2 is juist
C
beide uitspraken zijn juist
D
beide uitspraken zijn onjuist
Slide 9 - Quiz
Haaien zijn gewervelde dieren. In de afbeelding zie je een stamboom die de afstamming van verschillende groepen gewervelde dieren weergeeft volgens de evolutietheorie. welke antwoorden zijn goed?
A
Haaien zijn eerder ontstaan dan beenvissen.
B
Beenvissen zijn meer verwant aan haaien dan
aan amfibieën.
C
A en B kloppen allebei
D
A en B kloppen allebei niet
Slide 10 - Quiz
Hieronder staan 2 opmerkingen over de stamboom van hiernaast. Welk antwoord is goed?
A
Het geslacht Canis bestaat uit meerdere
families.
B
De vos en de wolf behoren tot dezelfde
familie.
C
A en B kloppen allebei
D
A en B kloppen allebei niet
Slide 11 - Quiz
Stamboom slangen. Met welk soort vertoont soort 2 de meeste verwantschap?
A
3
B
1
C
5
D
7
Slide 12 - Quiz
In de afbeelding is in een verwantschapsschema de afstamming van een aantal soorten weergegeven.
Welke soort is eerder ontstaan?
A
soort 3
B
soort 7
C
soort 6
D
soort 12
Slide 13 - Quiz
In de afbeelding zijn vier diergroepen A, B, C en D aangegeven die een verwantschap met elkaar hebben.
Over die verwantschap worden enkele uitspraken gedaan. Welke uitspraak is juist?
A
A is meer verwant met B dan met C.
B
A en B zijn het meest verwant, dan A en C en dan pas A en D.
C
B en C zijn het meest verwant, dan A en B en dan pas A en D.
D
B en D zijn het meest verwant, A en C zijn het minst verwant.