BS 1 Bloed

Thema 12: Transport en afweer
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 12: Transport en afweer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

BS 1 BLOED

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van bloed?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat bloed? 
Bloed bestaat uit:
  1. Bloedplasma (55%)
  2. Bloedcellen & bloedplaatjes (45%)

Als bloed 'bezinkt' splitst het zich.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bloedplasma
Bloedplasma bestaat uit:
  1. Plasma- eiwitten (7%) 
  2. Water (91%)
  3. Opgeloste stoffen (2%)
o.a
Hormonen, antistoffen, enzymen, voedingsstoffen, afvalstoffen.
Fibrogeen
een plasma-eiwit dat zorgt voor bloedstolling, bijvoorbeeld als je een wondje hebt. 
onder andere, vetten, eiwitten, mineralen koolhydraten
Koolstofdioxide

Slide 6 - Slide

We gaan nu kijken naar bloedplasma, dit het doorzichtige gedeelte van bezonken bloed. het bestaat voor het grootste gedeelte uit water. Hierin zijn een aantal stoffen opgelost. Je kan het een beetje vergelijken met thee, een hoop water met wat andere stofjes er in. 7% daarvan zijn plasma eiwitten. Je moet er hier 1 van kennen. Dit is firbogeen en deze helpt als je een wondje hebt om te zorgen dat het dichtgaat. 

Dan zijn er nog opgeloste stoffen in het bloedplasma. Dit kunnen een aantal verschillende dingen zijn. zoals antistoffen, enzymen, voedingstoffen en afvalstoffen. Belangrijk is dat je weet dat voedingsstoffen uit je voeding komen (glucose, vetten, vitamine etc.) en afvalstoffen ontstaan bij verbranding dus dit is koolstofdioxide. 
Bloedplasma
Vervoeren stoffen:
  • voedingsstoffen
  • eiwitten: bijvoorbeeld antistoffen
  • zuurstof
  • afvalstoffen: bijvoorbeeld koolstofdioxide 
  • warmte 
  • opgeloste stoffen: medicijnen en hormonen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

In de zwart gekleurde delen van 
het skelet zit rood beenmerg.
Bloedcellen ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.
Bloedcellen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Rode bloedcellen
  • Ronde schijfjes
  • Geen celkern
  • Zuurstof transport
  • Bevat rode kleurstof hemoglobine
  • Zorgt voor transport van zuurstof en koolstofdioxide 


  • Komen veel voor: 1 druppel bloed bevat 5 miljoen rode bloedcellen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bloedarmoede
Bij bloedarmoede heb je te weinig hemoglobine in rode bloedcellen, dit heeft als grondstof het element IJzer. 
Je voelt:
- Moe
- Hoofdpijn
- Kortademig
- Flauwvallen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Witte bloedcellen
  • Hebben een celkern
  • Hebben geen vaste vorm,    kunnen daardoor overal komen.
  • Zoeken naar indringers vernietigen deze.
  • Vaak gaat witte bloedcel hierbij dood (= pus).

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Witte bloedcellen ....
  1. Per druppel ongeveer 7000 witte bloedcellen.
  2. Hebben geen vaste vorm en kunnen daardoor door de wanden van de bloedvaten.
  3. Bestrijden ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen.
  4. Als ze veel bacteriën en virussen doden ontstaat er pus of etter.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Waarom hebben witte bloedcellen geen vaste vorm?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Leukemie(Beenmergkanker)
In het beenmerg kan leukemie ontstaan. Dit is een ziekte waarbij heel veel onrijpe witte bloedcellen worden gevormd. De witte bloedcellen functioneren niet goed. Het lichaam is daardoor niet goed beschermd tegen infecties. Bij leukemie worden er ook minder rode bloedcellen en bloedplaatjes gevormd. Leukemie is een vorm van kanker.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bloedplaatjes ...
  1.  zijn geen bloedcellen maar stukjes daarvan 
  2. hebben geen celkern.
  3. Ongeveer 300.000 per druppel
  4. kleven aan beschadigde bloedvaten, en activeren dan fibrogeen. Fibrinogeen wordt dan  fibrine. Dit maakt draden waardoor als het droogt een korstje ontstaat.



Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bloedstolling
De bloedplaatjes kleven vast aan de wand en vormen een bloedpropje.

Uit het beschadigde weefsel en uit de bloedplaatjes komen stoffen vrij. 

Uiteindelijk leidt dit ertoe dat fibrinogeen wordt omgezet in fibrine.

Fibrine vormt een netwerk van draden dat de wond afsluiten (bloedstolsels).

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Trombose
Wanneer er een bloedstolsel in het bloedvat zit, onstaat trombose. 
Dit kan gevaarlijk zijn omdat het gewone bloed niet meer door de aderen kan stromen. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Aan de slag
Lezen BS 1 en maak de opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6

Slide 22 - Slide

This item has no instructions