T4B6

Thema 4 Voortplanting
B6 - Veilige seks
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 Voortplanting
B6 - Veilige seks

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Een (seksuele) relatie
Je bent beide verliefd, hebt gevoelens voor elkaar, dan wil je kussen, elkaar strelen en misschien wel seks hebben.
Geef je wensen en grenzen hierbij goed aan!

Het is belangrijk te praten over wat je fijn en minder fijn vindt.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Sexting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Seksueel grensoverschrijdend gedrag = fysiek of niet-fysieke seksuele opmerkingen, gebaren of handelingen die uitgevoerd worden tegen de wil.


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Victim blaming
Een op de vier vrouwen en een op de drie mannen vertelt niet dat ze slachtoffer zijn van seksueel geweld. 

Een reden om dat niet te doen is victim blaming -> Hierbij krijgt het slachtoffer van zijn omgeving de schuld van het seksueel geweld. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

SOA (soa's)
Seksueel Overdraagbare Aandoeningen
=
Geslachtsziekten

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

HIV
  • Human Immunodeficiency Virus
  • seropositief
  • hiv-remmers
  • aids: aantasting afweersysteem

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Chlamydia
  • door bacterie
  • vooral tussen 15 - 30 jaar 
  • 2/3 meisjes en 1/2 jongens hebben geen klachten
Klachten
  • ontsteking anus, baarmoedermond, urinebuis 
  • afscheiding penis, pijn bij plassen of vrijen of onderbuik
  • kans op onvruchtbaarheid

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

HPV (humaan papillomavirus)
HPV (humaan papillomavirus) = soa die genitale wratten, baarmoederhalskanker en kankers aan bijvoorbeeld penis, anus, vagina en mond kan veroorzaken 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Genitale wratten
  • Virus (HPV). 
  • Rond en in geslachtsdelen en anus
  • ruimt lichaam vaak zelf op.
  • Jaren later kan HPV baarmoederhalskanker, anuskanker of keelkanker veroorzaken
  • inenten (gratis) als je 10 jaar bent verkleint die kans

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Hoe kan je een SOA voorkomen?

Gebruik een condoom voor jouw eigen veiligheid (en die van een ander!) of beflapje.

Laat je testen..


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt enkele methoden voor geboorteregeling noemen en hun werking uitleggen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Anticonceptie 
Anticonceptie = tegen bevruchting = voorbehoedsmiddelen.
  • Voorkomen dat er bevruchting plaatsvindt. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions


Anticonceptiepil
Mannencondoom
Spiraal
Prikpil 
Hormoonstaafje 
Anticonceptiepleister


Nuvaring 
Sterilisatie
Pessarium
Vrouwencondoom 
Morning afterpil 
Abortus 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Van de eerste keer seks kan een meisje in verwachting raken.
(zonder anticonceptie)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet de anticonceptie pil?
A
Zorgt ervoor dat je niet ovuleert
B
Het is een Vitamine-pil
C
Zorgt ervoordat je niet ongesteld wordt
D
Zorgt dat je niet zwanger kan worden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De anticonceptiepil beschermt je tegen een soa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Ook andere anticonceptiemiddelen, zoals het spiraaltje, het anticonceptiestaafje, de anticonceptiepleister, de anticonceptiering en de prikpil beschermen heel goed tegen zwangerschap. Voor alle middelen geldt dat ze alleen goed tegen zwangerschap beschermen, als je ze goed en volgens de regels gebruikt.
Binnen hoeveel uur na de seks moet de morning after pil genomen worden als het niet helemaal goed is gegaan met de anticonceptie?
A
80 uur
B
75 uur
C
72 uur
D
69 uur

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke voorbehoedsmiddel/anticonceptie is onomkeerbaar?
A
Coitus interuptus
B
Sterilisatie
C
Prikpil
D
Implanon / hormoonstaafje

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt er doorgeknipt bij sterilisatie?
A
Bij de man: de zaadleiders Bij de vrouw: de eierstokken.
B
Bij de man: de zaadleiders Bij de vrouw: de eileiders
C
Bij de man: de urinebuis Bij de vrouw: de eierstokken
D
Bij de man: de urinebuis Bij de vrouw: de eileiders

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Een condoom is gemaakt van…

A
Rubber
B
Plastic

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.


A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide beweringen
D
Geen van beide beweringen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Een condoom is beperkt houdbaar:

A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Waar in het lichaam van de vrouw wordt een spiraaltje geplaatst?
A
In de eierstok
B
In de vagina
C
In de eileider
D
In de baarmoeder

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Onbetrouwbare manieren van geboorteregeling
  • Periodieke onthouding: menstruatiecyclus bijhouden. 
  • Coïtus interruptus =  onderbroken geslachtsgemeenschap. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Het condoom
Een condoom is een hoesje (rubber) die je om de penis schuift.
Het vangt de zaadcellen op, zodat ze niet in de vagina van de  vrouw komen. 
Het condoom is het enige voorbehoedsmiddel wat ook beschermt
tegen SOA's! 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

De pil 
Gedurende 21 dagen dagelijks innemen. 
  • 'stopweek' -> menstruatie. 
  • In overleg met de huisarts. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Werking anticonceptiepil

Slide 30 - Slide

Progesteron: zorgt er bij vrouwen voor dat er geen eitje vrijkomt. Als dit toch gebeurt, kan het eitje zich niet nestelen in de baarmoeder. Verder zorgt het ervoor dat de zaadcellen het eitje niet bereiken

oestrogeen: zorgt er bij vrouwen voor dat het slijm in de baarmoeder zich opbouwt. Als je anticonceptie gebruikt en een stopweek hebt, verlies je dit slijm. Dit lijkt op een natuurlijke menstruatie maar is eigenlijk een opgewekte bloeding. 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Het spiraaltje
Spiraaltje wordt geplaatst in de baarmoeder door de huisarts. 
  • koperspiraal 
  • hormoonspiraal 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Koperspiraal 
Geeft heel langzaam koper af -> baarmoederslijmvlies verandert.  
  • Voorkomt innesteling
  • De zaadcellen die je baarmoeder binnenkomen worden onvruchtbaar.



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Hormoonspiraal
Geeft elke dag een klein beetje hormoon af: 
  • Het slijm aan het begin van je baarmoedermond wordt dikker. Zaad (sperma) van de man komt daar minder goed doorheen.
  • Voorkomt innesteling 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Morning-afterpil
  • Gaat zwangerschap tegen -> voorkomt de eisprong. 
  • Bevat veel hormonen.
  • Innemen binnen 3 dagen na de geslachtsgemeenschap. 
  • Bij drogist of apotheek te koop. 

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Abortus 
Tot week 9: abortuspil
Tot week 13: wegzuigen (curretage)
Tot week 22: de vrucht (foetus) wordt weggehaald met instrumenten

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

NuvaRing
  • Kunststof ring met dezelfde hormonen als de pil.
  • Inbrengen in de vagina 3 weken lang dragen en 1 week pauze.


Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Nuvaring

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Prikpil + staafje
 
Bevat alleen progesteron
Prikje:
  • Iedere 10-12 weken een 
Staafje:
  • Ingebracht in bovenarm
  • Beschermt 3 jaar tegen zwangerschap

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Vrouwencondoom
  • Zelf inbrengen in de vagina 
  • Kan enkele uren voor geslachtsgemeenschap ingebracht worden 
  • Weggooien na gebruik

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Anticonceptie-
pleister
Drie weken op je huid plakken en één pauzeweek
  • Plakken op een onbehaarde plek

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Pessarium
kapje dat een barrière vormt voor zaadcellen die de baarmoedermond binnen willen dringen.
  • zaaddodende gel.
  • max 2 uur van te voren inbrengen.
  • 6 uur inhouden.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Maken 4.5 opdracht 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Thema 4 Voortplanting
B5 - Veilig vrijen
(seksueel overdraagbare aandoeningen)

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
 Je kunt enkele soa’s noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

SOA
SOA = afkorting van Seksueel Overdraagbare Aandoeningen (geslachtsziekten). 
 


Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Chlamydia 
Jongens: pijn aan balzak en penis, waterige afscheiding uit de penis. 

Meisjes: pijn aan vagina en/of bloedverlies buiten de menstruatie. 

Bestrijden met antibiotica. 

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Slide 49 - Video

This item has no instructions

gevolgen op lange termijn van chlamydia

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

HIV & AIDS
HIV = het virus 
AIDS= de ziekte
Seropositief = besmet met HIV, maar toch niet ziek

Je kan niet genezen van AIDS! --> Je krijgt alleen HIV-REMMERS

Symptomen
Je afweersysteem gaat achteruit je bent vatbaarder voor allerlei andere ziekten (darm- en longontstekingen, longkanker etc.).








Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

This item has no instructions