Hoofdstuk 4 herhaling hoofdstuk 3 en 4

Hoofdstuk 3 & 4
timer
5:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 & 4
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Vandaag
- bespreken oefentoets

Slide 2 - Slide

Herhalen van Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4

Slide 3 - Slide

Hoe te leren voor een toets
- economische begrippen
- opgaven oefenen

Slide 4 - Slide

Verschillende soorten diagrammen:

Cirkeldiagram
Staafdiagram
Lijndiagram 

Let op!: Er moet altijd een titel en een legenda bij een diagram staan om duidelijk te maken wat er wordt weergegeven!

Slide 5 - Slide

Budget is € 280,-. Hoeveel geef ik uit aan kleding?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Lijndiagram

Slide 8 - Slide

produceren: maken van goederen en leveren van diensten
Productiefase: Stappen in het productieproces. 
van grondstof tot eindproduct
bijv. Brood - Eindproduct
Bedrijfskolom: Alle bedrijven die na elkaar aan een product werken.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld bedrijfskolom
van bedrijf grondstof(stoffen uit de natuur) tot aan de winkel die het aan de consument verkoopt
Toegevoegde waarde: elke bewerking maakt het product meer waard

Slide 10 - Slide

Productiefactoren: Alles wat je nodig hebt om te produceren.
Kapitaal: hulpmiddelen-->machine, gebouwen
Arbeid: werk, tijd en kennis
Natuur: grondstoffen --> zonlicht en water
Ondernemerschap
Milieuschade: Schade doe we toebrengen aan onze leefomgeving. --> Vervuiling, energieverbruik. verbruik grondstoffen, afval

Slide 11 - Slide

Bedrijfskosten:
Alle gemaakte kosten zoals huur, loon etc
Maatschappelijke kosten: Alle nadelen die we als samenleving ervaren.
Duurzaam produceren: Bij het maken geen schade veroorzaken voor mensen en milieu

Slide 12 - Slide

Recycling: hergebruiken
Kringloop economie: afval nieuwe materialen
Circulaire economie: Steeds opnieuw kopen-->
investeren: Het kopen van kapitaalgoederen
bijv. machine

mechanisering: het lichter maken van werkzaamheden
automatersering: aangestuurd door computerprogramma's

Slide 13 - Slide

Arbeidsproductiviteit: Hoeveel producten je kan maken in een tijdslot
Ondernemer:  Met eigen bedrijf een inkomen verdienen.
Arbeidsintensief: meer met mensen
Kapitaalintensief: meer met machines.

Slide 14 - Slide

Formuleblad:

Slide 15 - Slide

Formuleblad:

Slide 16 - Slide