2. herhalen rij 1, bronnen 1

• Nederlands
• ISK

Wat gaan we doen?

- Herhalen woorden rij 1

- Werkwoorden

- Werkboekje opdracht 1 t/m 3

- Nakijken

- Welk woord hoort er niet bij?

Herhalen woorden rij 1

Ik wil graag naar huis. Ik heb .....

1. hijmwee
2. hijmwe
3. heimwee
4. heimwe

Mijn ........ is Amsterdam.

1. besteming
2. bestemming
3. bestemign
4. bestemmign

Is de ..... goed gegaan?

1. betaling
2. betaaling
3. betalign
4. betaalign

De docent zei: gebruik je ....

1. hersenenen
2. hersenen
3. hersens
4. hersenens

.... valt er 10 mm regen in de maand juni.

1. gemideld
2. gemmideld
3. gemiddeld
4. gemiddelt

Onze klas gaat naar de ....

1. dieretuin
2. dierentuin
3. diertuin
4. dierrentuin

De winkel is helaas .....

1. geslooten
2. geslootten
3. geslotten
4. gesloten

Werkwoorden

Hij .......... (boeken) een vakantie naar Frankrijk.

Jullie ....... (boeken) een hotel voor 3 nachten.

Mijn zus ..... (beschermen) mij.

Je ..... (beschermen) je vrouw voor gevaar.

Wij ....... (bijten) in onze boterham.

Ik .... (bijten) in mijn lip.

Werkboekje opdracht 1 t/m 3

Welk woord hoort er niet bij?

1. boeken
2. de betaling
3. de hersenen
4. de vakantie

Welk woord hoort er niet bij?

1. heet
2. bijten
3. de hond
4. de arm

Welk woord hoort er niet bij?

1. de olifant
2. bloot
3. de dierentuin
4. het ticket

Welk woord hoort er niet bij?

1. gemiddeld
2. per maand
3. de paraplu
4. temperatuur

Welk woord hoort er niet bij?

1. droog
2. de zon
3. misselijk
4. heet

De hond ....... (bijten) in mijn been.