CP3d isk les1 recept schrijven/lezen/spreken

Recepten

1 / 14

Slide 1: Slide

NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Recepten

Slide 1 - Slide

Wat eet jij het liefst?

Wat kook jij thuis?

Hoe maak je dat?

Slide 2 - Slide

Poffertjes maken: Wat heb je nodig?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Video

Het gerecht

Een maaltijd, iets wat je kunt eten.

Ik maak vandaag een nieuw gerecht.

Slide 5 - Slide

Het recept

Uitleg van hoe jij een gerecht moet maken.

Slide 6 - Slide

Het ingrediënt

Eten wat jij nodig hebt om het gerecht te maken.

Het ingrediënt -> de ingrediënten

Ik ga naar de supermarkt om de ingrediënten voor de lasagne te kopen.

Slide 7 - Slide

Het stappenplan

Een beschrijving waar punt voor punt staat wat je moet doen.

Ik volg het stappenplan om lasagne te maken.

Slide 8 - Slide

De instructie

de woorden waarmee je vertelt hoe iemand iets kan of moet doen.

De docent geeft instructie aan de leerlingen.

Slide 9 - Slide

Welke dingen zet je in een recept?

Ingrediënten

Welke kookspullen heb je nodig?

Hoe moet je het doen?

Slide 10 - Slide

Hoe ziet dat er uit?

De stappen van het stappenplan komen onder elkaar!

Slide 11 - Slide

De gebiedende wijs

Loop naar de deur.

Pak je pen.

Doe je schrift open.

Werkwoord vooraan in de zin.
Werkwoord in de ik-vorm

Slide 12 - Slide

Gebiedende wijs

Gebruik je als je instructies geeft.
Als je zegt wat iemand moet doen.
In een recept gebruik je ook de gebiedende wijs.

Slide 13 - Slide

Opdracht

Kies één van de drie recepten
Schrijf bovenaan wat je maakt
Schrijf de ingrediënten/benodigdheden onder elkaar
Schrijf de bereidingswijze/hoe je het maakt onder elkaar
Maak een kleine tekening erbij

Slide 14 - Slide