4 Boeren, heren en monniken - 2 Keizers, koningen en heren

h2 les 1
Boeren, heren en monniken
4
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
2 - Keizers, koningen en heren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

h2 les 1
Boeren, heren en monniken
4
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
2 - Keizers, koningen en heren

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Nieuwe heersers in Europa
Rond 500 n.C. waren de Romeinen niet meer de baas in West-Europa.

Er waren aparte koninkrijken ontstaan, waaronder het Frankische Rijk.

De Franken waren een Germaans volk dat werd verenigd onder de leider Clovis. Hij wist rond 500 zijn gebied uit te breidden tot ongeveer de grote van het huidige Frankrijk. 

Vanaf dat moment spreken we van het Frankische Rijk.
Twee bladzijden uit de Lex Salica, een Frankisch wetboek dat begin 6e eeuw werd geschreven in opdracht van koning Clovis. De afgebeelde pagina’s komen uit een latere versie.

Slide 8 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Nieuwe heersers in Europa
Dat Clovis zo machtig werd, had twee oorzaken:

  1. Hij was een goede legerleider, versloeg veel vijanden
  2. Hij was christelijk en werkte nauw samen met de kerk in Rome.

Dat Clovis christelijk was, was opvallend. De meeste Franken waren namelijk nog niet christelijk. Toch was de samenwerking voordelig, want:

  1. Leiders van de kerk konden Clovis helpen bij het bestuur van zijn rijk. Ze waren goed opgeleid en machtig.
  2. Clovis steunde de kerk bij het uitbreiden van haar macht

Slide 9 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Nieuwe heersers in Europa
Door deze samenwerking kreeg zowel de kerk als de Frankische koning steeds meer macht.

Het hoogtepunt van het Frankische Rijk werd bereikt in 800. Toen werd de Frankische leider Karel de Grote door de paus gekroond tot keizer. 

Zo werd hij gezien als de opvolger van de Romeinse keizers

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Controleren
Welke twee oorzaken verklaren dat het Frankische Rijk onder Clovis groot en machtig werd?

  1. Clovis' kroning tot keizer
  2. De kracht van het Frankische leger
  3. De samenwerking tussen kerk en koning
  4. Het redden van de paus

Slide 12 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Controleren
Zet de volgende zinnen in de juiste volgorde, van vroeger naar later.

  1. Clovis overwint de andere Frankische leiders
  2. De Frankische koning en de kerk in Rome gaan samenwerken
  3. De paus kroont Karel tot keizer
  4. Frankrijk is onderdeel van het Romeinse Rijk
  5. Karel beheerst een groot deel van Europa
  6. Karel wordt koning van de Franken.

Slide 13 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Het leenstelsel
Om een groot rijk te kunnen veroveren, hadden Karl en zijn voorgangers een sterk en betrouwbaar leger nodig.

Maar omdat er bijna geen geld meer in omloop was (want hofstelsel!) was een vast leger zoals in de Romeinse tijd niet meer mogelijk.

Daarom vroeg de koning aan machtige mannen in zijn rijk of ze hem wilden steunen door in oorlogstijd soldaten te leveren.

In ruil daarvoor kregen deze mannen een stuk grond te leen. We noemen ze daarom leenmannen.
Een schema van het leenstelsel, met bovenaan de koning en daaronder zijn (achter)leenmannen. De horigen hoorden bij de grond die de leenmannen in leen kregen.


Slide 14 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Het leenstelsel
Deze leenmannen moesten ook trouw beloven aan hun leenheer (de man van wie ze het stuk grond leenden).

De leenheer moest namelijk wel zeker weten dat zijn leenmannen hem bleven steunen. 


Slide 15 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Het leenstelsel
Machtige leenmannen van de koning hadden zelf ook weer een kring van vrije mannen om zich heen die voor hen vochten.

Die vrije mannen hadden meestal een eigen paard en werden daarom ridders (ruiters) genoemd.

De leenmannen beloonden hun ridders op dezelfde manier als de koning hen had beloond, met grond.

Daarom noemen we de leenmannen van de leenmannen, achterleenmannen.

Alle leenmannen en achterleenmannen vormen samen de adel. Ze hadden titels zoals graaf, hertog of baron.
Een schema van het leenstelsel, met bovenaan de koning en daaronder zijn (achter)leenmannen. De horigen hoorden bij de grond die de leenmannen in leen kregen.


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Het leenstelsel
Dankzij dit systeem konden Karel en andere koningen snel een goed geoefend leger op de been brengen, ook al was er geen geld. Dit hele systeem noemen we het leenstelsel.

Slide 18 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Controleren
De invoering van het leenstelsel was het gevolg van een belangrijke economische verandering. Leg je antwoord uit.

Doe het zo:

De invoering van het leenstelsel was het gevolg van een belangrijke economische verandering omdat, ..............

Slide 19 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Veranderingen na Karel de Grote
Bestudeer de tekst op blz. 25 en beantwoord het leerdoel.

Doe het zo:
Het leenstelsel had gevolgen voor het bestuur in Europa.

  1.  
  2.  
  3.  

Slide 20 - Slide

h2 les 1
Tijd van monniken en ridders 500 - 1000
Verwerken
Maak opdracht 3 t/m 13 op blz. 26 en 27

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide