Belasting: werk

1 / 31
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Lynn heeft een contract voor 1 jaar.
Lynn heeft?
A
een vaste baan
B
een tijdelijke baan
C
een flexibele baan

Slide 4 - Quiz

Hans werkt in Scheveningen bij een strandtent. Maar alleen als er veel klanten zijn?
A
een vaste baan
B
een tijdelijke baan
C
een flexibele baan

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Sem werkt 8 uur per week. in zijn contract staat dat hij € 7,00 per uur krijgt. hoeveel verdient hij per week

Slide 9 - Open question

Sem heeft een arbeidscontract.
Welke arbeidsvoorwaarden staat daar onder andere in?
A
Wat zijn loon is
B
hoeveel vakantiedagen hij heeft
C
Hoeveel uur per week hij werkt
D
zowel c, a als b

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Hans heeft een klussenbedrijf met twee mensen in dienst.
Hans is?
A
werkgever
B
werknemer

Slide 12 - Quiz

Lynn is hoofd van de groenteafdeling in de supermarkt.
Lynn is?
A
werkgever
B
werknemer

Slide 13 - Quiz

Uitleg Bruto en Netto loon

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Van brutoloon naar nettoloon
Je brutoloon heb je afgesproken met je werkgever. Dit staat in je arbeidscontract.
Je nettoloon krijg je op je bankrekening gestort.
je nettoloon bereken je als volgt:

Brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 16 - Slide


Via de werkgever gaan de loonheffing en sociale premies naar de overheid.

Slide 17 - Slide

loonheffing
  • wordt ingehouden op het loon / uitkering
  • wordt afgedragen aan de belastingdienst
  • is een vooruitbetaling op de inkomstenbelasting

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Brutoloon


Premies volksverzekeringen (gebruikt voor betalen van uitkeringen
Loonbelasting
Nettoloon (krijg je op je rekening gestort

Slide 20 - Slide

Je brutoloon is € 1.920 per maand.
je betaalt € 70 belasting en € 140 aan sociale premies. Bereken je nettoloon

Slide 21 - Open question

Nettoloon = brutoloon – (loonbelasting + sociale premies)

Voorbeeld opdracht:


Je brutoloon is € 1.850.
Daarop wordt
 € 165 aan loonbelasting ingehouden
en € 92 aan sociale premies.
Je nettoloon is: € 1.850 – (€ 165 + € 92) = € 1.593

Slide 22 - Slide

Voorbeeld loonstrook
  • Wat is het brutoloon?
  • Wat is het nettoloon?


Slide 23 - Slide

Nettoloon =
A
brutoloon - (loonbelasting + sociale premies)
B
brutoloon - loonbelasting
C
brutoloon - sociale premies
D
brutoloon

Slide 24 - Quiz

Het brutoloon krijg je uitbetaald
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

Brutoloon is lager dan nettoloon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Welk loon krijg je op je bankrekening gestort?
A
brutoloon
B
nettoloon

Slide 27 - Quiz

Welk loon is hoger?
A
Brutoloon
B
nettoloon

Slide 28 - Quiz

Boxen
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten inkomens, deze zijn onderverdeeld in boxen.

BOX 1: belasting over inkomen uit werk en eigen woning
BOX 2: belasting over aanmerkelijk belang, hoef je niet te kennen
BOX 3: belasting over inkomen uit vermogen

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

Box 1
  • belasting over inkomen uit werk en eigen woning
  • inkomen uit werk is loon of nettowinst
  • je mag bepaalde kosten aftrekken van je inkomen, zodat je minder belasting hoeft te betalen (aftrekposten)
  • als je een eigen woning hebt moet je een bedrag bij je inkomen optellen, en daar moet je dus belasting over betalen

Slide 31 - Slide