Kader: Oefentoets H3

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

 3.1:

Geef 3 voorbeelden van een geheel getal.

3.1:

Wat is de waarde van het cijfer 5?

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T1.

50

5000

5

50000

351

50872

15003

2395

:
Welk getal ligt precies
tussen 3,6 en 3,7 in?

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T2.

1. 3,5
2. 3,75
3. 3,65
4. 3,55

3.1:

        

     431 is kleiner dan 423

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T3.

1. waar
2. niet waar
4. geen idee

3.2: som, verschil, product en quotiënt:

 De som van 4 en 12 is ..

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.

1. 8
2. 48
3. 16
4. 3

   3.2: 

Het verschil van 4 en 12 is ..

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.

1. 8
2. 48
3. 16
4. 3

    3.2:  

Het product van 4 en 12 is ..

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.

1. 8
2. 48
3. 16
4. 3

3.2

Het quotiënt van 4 en 12 is ..

                                        

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T4 en T5.

1. 8
2. 48
3. 16
4. 3

                                     3.3 Volgorde van berekenen:

 3 + 5 x 2 = ..

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T6.

1. 16
2. 13

    3.3:    

  12 - 6 : 3 = ..

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T6.

1. 2
2. 10
3. -10
4. -2

    3.3:    

  5 x (4 - 3) = ..

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T6.

1. 5
2. 17
3. 1
4. 23

3.4 breuken:

In deze breuk is 24 de...

​100​​24​​

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T7.

1. teller
2. noemer
3. decimaal
4. telgetal

3.4:

Welk deel
is blauw?

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T8 en T9.

1. ​3​​1​​
2. ​5​​3​​
3. ​4​​1​​
4. ​5​​1​​

3.4:

is gelijk aan...

​3​​1​​

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T10 en T11.

1. ​5​​2​​
2. ​7​​2​​
3. ​6​​2​​
4. ​9​​1​​

3.5 Decimale getallen:
Geef een voorbeeld van
een decimaal getal.

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T12.

3.5:

= ...

​10​​1​​

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T12.

1. 1,0
2. 0,1
3. 0,01
4. 0,001

3.5:

= ...

​100​​1​​

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T12.

1. 1,0
2. 0,1
3. 0,01
4. 0,001

3.5:

= ...

​10​​9​​

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T12.

1. 9,0
2. 0,9
3. 0,09
4. 0,009

3.5:

= ...

​100​​24​​

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T12.

1. 24
2. 2,4
3. 0,24
4. 0,024

3.5:

Rond 3,5468 af op 1 decimaal.

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T13.

1. 3,5
2. 3,6
3. 3
4. 3,55

Leerdoel 3.5:

Rond 3,5468 af op 2 decimalen.

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T13.

1. 3,54
2. 3,55
3. 3,5
4. 3,547

3.5:
Rond 3,5568 af op 1 decimaal.

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T13.

1. 3,5
2. 3,6

3.5:
Rond 18,34901 af op 2 decimalen.

Heb je deze vraag niet goed of

wil je dit extra oefenen: Maak T13.

1. 18,35
2. 18,34

Wat gaan we nu doen?

Pak je wiskundeboek erbij en maak 'Test jezelf' op blz. 106 en 107. 

Tussendoor; langskomen voor huiswerk controle.