1.4 Ademhalen

1.4 Ademhalen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

1.4 Ademhalen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
1 Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht
2 Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komt

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Waar ging de vorige les over?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Op hoeveel minuten staat het Wereldrecord adem inhouden? 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

11 min 54

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

0

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Keelholte

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Longblaasjes

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Longblaasjes
  • Via de longhaarvaatjes kunnen stoffen in en uit het bloed. 
  • Zuurstofrijke lucht gaat in het bloed
  • Zuurstofarme lucht, met veel koolstofdioxide, gaat uit het bloed

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling
De uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide 

Verloopt snel door: 
  • Groot oppervlak van longblaasjes
  • Wand van longblaasjes heel dun
  • (Veel) haarvaten rond longblaasjes hebben dunne wand
  • Constante verversing lucht door ademhaling

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling
Doel:
  • Zuurstof opnemen in het bloed
  • Koolstofdioxide afgeven aan de lucht
Hoe:
  • Rib/borst ademhaling
  • Middenrif/buik ademhaling

Inademing:
  • Luchtdruk in de longen kleiner
Uitademing:
  • Luchtdruk in de longen groter

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Ademhaling
  • Buikademhaling (middenrifademhaling): het bewegen van je middenrif om te ademen
  • Borstademhaling: het bewegen van je ribben om te ademen
- Vaak tegelijk
- In rust: buikademhaling (bv. slapen)
- Bij zware inspanning: buik + borst (meer oppervlakte)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Quiz

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen ademhalingsstelsel
neusholte
luchtpijp
long
middenrif
huig
slokdarm
longblaasje

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

longblaasjes
longen
Bronchiën

longtakje
Luchtpijp n

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de woorden aan de rechterkant naar de juiste plek bij het longblaasje
Longblaasje
Zuurstof
Rode bloedcel
Zuurstofarm bloed
Zuurstofrijk bloed
Lucht
CO2/Koolstofdioxide

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

borstademhaling
buikademhaling

Slide 19 - Slide

om lucht in de longen te krijgen moet de borstholte worden vergroot
dan worden longen uitgerekt waardoor er lucht wordt ingezogen = inademen
kan op 2 manieren
borstademhaling: tussenribspieren (borstbeen en ribben omhoog
buikademhaling: middenrif (buikwand naar voren)
uitademen: spieren ontspannen: borstholte verkleind, lucht er uit geperst
Zet de stappen van inademen in de goede volgorde
Lucht stroomt je longen in
Je borstholte en longen worden groter
Tussenribspieren en middenrifspieren trekken samen
Luchtdruk in je longen neemt af
Ribben kantelen omhoog en middenrif wordt plat

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Zet de stappen van uitademen in de goede volgorde
Je borstholte en longen worden kleiner
Lucht stroomt naar buiten
Tussenribspieren en middenrifspieren ontspannen
Luchtdruk in je longen neemt toe
Ribben zakken naar beneden en middenrif wordt bol

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Welk gas moet bij nummer 3 staan?
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofdioxide

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Is het zuurstof gehalte bij nummer 5 hoog of laag?
A
hoog
B
laag

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Aan de bak!
Lr: 1.2 t/m 1.4
Mk 1.4 opdr: 1 t/m 3, 5, 7 & 8

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Aan de bak!
Lr: 1.1 t/m 1.4
Mk 1.3 + 1.4: 
Bij beide paragraven maak je minimaal 3 opdr naar keuze (gebruik taxonomie schema aan begin van elke paragraaf).

Slide 25 - Slide

This item has no instructions