Dinsdag 2 juni 1D
1 / 17
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Voeg een foto toe van het nagekeken werk.
Slide 4 - Open question
0
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat is er bijzonder aan de Republiek, vergeleken met andere Europese landen?
A
De Republiek wilde een sterke koning
B
De Republiek wilde een absoluut vorst
C
De Republiek had geen koning of vorst, maar gewesten
D
De Republiek was niet zo bijzonder voor zijn tijd.
Slide 9 - Quiz
Waar of bij wie kwam de macht te liggen?
A
De gewesten
B
Bij alle mannelijke burgers
C
Bij alle burgers
D
Bij de koning
Slide 10 - Quiz
Wie of wat waren de regenten?
A
Rijke families uit steden
B
De plaatselijke politiemannen en vrouwen
C
De boeren die op het land leefde
D
De koninklijke families
Slide 11 - Quiz
Hoe noemen we de groep mensen die landelijke beslissingen nam?
A
De Zittende Generaal
B
De Staande Generaal
C
De Stalen Generaal
D
De Staten Generaal
Slide 12 - Quiz
Leg uit waarom het gewest Holland het meest te zeggen had in de Staten-Generaal
Slide 13 - Open question
Waarom werd Amsterdam de belangrijkste handelsstad?
A
Omdat Antwerpen gebombardeerd was
B
Omdat Antwerpen geblokkeerd werd
C
Omdat de Belgen stom waren
D
Omdat Nederland goedkoper was om te heen varen
Slide 14 - Quiz
In de republiek mocht je geloven in welke godsdienst die je wilde.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quiz
Noem 2 uitvindingen die gedaan werden in deze tijd.
Slide 16 - Open question
Lees blz. 116 en 4.1 blz. 117 en maak opdr. 1 t/m 5 blz. 82 wb. Voeg een foto toe ter bewijs.
