L5 Communicatieschema en teksttypes

pag. 52
1 / 44
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

pag. 52

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

1. Elke tekst heeft context
Context = omstandigheid, perspectief, sfeer, situatie...

Slide 3 - Slide

Oefening 1 (p. 52)

Plaats de woorden op de juiste plaats in het communicatieschema.

Werk alleen of per 2.
timer
2:00

Slide 4 - Slide

Communicatieschema

Slide 5 - Slide

Oefening 2 (p. 52)

Kijk naar de nieuwsberichten op p. 54 en 55. 
Beantwoord vraag a en b. 

Slide 6 - Slide

teksttype?

Slide 7 - Slide

teksttype?

Slide 8 - Slide

2b. Wat kan je uit de lay-out afleiden?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Oefening 3, 4, 5 (p. 53)
Vul de tabel aan.
tekst 1
tekst 2
zender
doelpubliek / ontvanger
kanaal / medium

Slide 11 - Slide

Oefening 3
tekst 1
tekst 2
zender
De Standaard
Karrewiet
Ketnet
doelpubliek 
ontvanger
breed publiek volwassenen
kinderen
kanaal / medium
website
website

Slide 12 - Slide

Waarom werden de teksten geschreven?
A
om de lezer te informeren
B
om de lezer te onstpannen
C
om te lezer te stimuleren iets te doen
D
om de lezer te overtuigen

Slide 13 - Quiz

Wat is het onderwerp van beide teksten?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Oefening 6 (p. 56)
Beide teksten geven andere informatie over het onderwerp
Vul de tabel aan. 
Wees zo volledig mogelijk. 

tip:
  • wie - over wie gaat het?
  • wat - wat gebeurde er?

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

b) Wat valt er op als je beide teksten vergelijkt?
c) Hoe komt dat?

Slide 18 - Open question

Oefening 7 (p. 57)
Wat gebruikt men in de teksten?
Omcirkel de correcte optie.
timer
2:00

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Bekijk de reacties van tekst 2. Wat is het effect van de nieuwsberichten bij het publiek? De kinderen...
A
leren iets bij
B
leven mee met de betrokken koala's en mensen
C
vinden het grappig
D
willen geld inzamelen om koala's te helpen

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Tekstsoorten

Slide 23 - Slide

SS/vakken/documenten/hulpmiddelen!

Slide 24 - Slide

p. 58 - oefening 10
Bekijk de afbeeldingen. Geef telkens de juiste tekstsoort.
-> bekijk de kader op pag. 59

Slide 25 - Slide


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
narratieve tekst

Slide 26 - Quiz


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
narratieve tekst

Slide 27 - Quiz


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
narratieve tekst

Slide 28 - Quiz


A
informatieve tekst
B
persuasieve tekst
C
prescriptieve tekst
D
opiniërende tekst

Slide 29 - Quiz

p. 58 - oefening 10
Vul het teksttype en het tekstdoel aan.
timer
3:00

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Tekstexpert
Nu is het aan jou om een echte tekstexpert te worden! 

Slide 39 - Slide

Voorbereiding
teksten: cursus p. 60 - 62 / invulkader: p. 63

  • Per 2 vorm je een groepje.

Slide 40 - Slide

Ronde 1: om ter snelste
Je leest samen tekst 1 (of 2, 3, 4).
1 leerling vult kader aan in werkboek, iedereen helpt. 
Tekst klaar? Geef een seintje aan de leerkracht.

Goedgekeurd? Dan mag je de volgende tekst maken...
Fout? Je maakt een taalspelletje op pag. 64-66
(-> Je krijgt nog geen CS)



Slide 41 - Slide

Joepi, het is terug school!

  • Voorlopig leerstofoverzicht examens 
  • Toets communicatieschema en tekstdoel, -type en -soort

Slide 42 - Slide

Extra oefenen
  • Teksten nummer 5 t.e.m. 10 (bundel) 
-> correctiesleutel op SS/ vakken/documenten/ Les 5
  • BW: de tekstsoort, -doel en -type

Slide 43 - Slide

Toets -> ... ?

Slide 44 - Slide