H4 woordenschat 1e/2e les 2Z

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Agenda
  • Pen
  • Laptop (dicht)
  • Leesboek
  • Lesboek
  • Schrift












1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!





Check:
  • Staat je telefoon uit en zit hij in de telefoonbak?
  • Liggen alle spullen die je nodig hebt op tafel?






Op tafel ligt: 
  • Agenda
  • Pen
  • Laptop (dicht)
  • Leesboek
  • Lesboek
  • Schrift












Slide 1 - Slide





  • Ga lekker zitten. 
  • Pak je boek en lees.
  • Veel plezier!
Stillezen
timer
1:00

Slide 2 - Slide






H4 Lezen



H4 Woordenschat











Na de lessen deze week..

  • weet je het verschil tussen feiten, meningen en argumenten en kun je meningen herkennen en begrijpen.

  • ken je de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels en kun je de betekenis van woorden vinden met behulp van deze achtervoegsels.
Doel

Slide 3 - Slide

Maandag 16 mei:
  • H4, lezen: opdr. 2 en 3
  • H4, woordenschat: opdr. 1 en 2










Huiswerk

Slide 4 - Slide

Je kunt de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels uitleggen en je kunt die achtervoegsels gebruiken om de betekenis van woorden te vinden. 


(inloggen LessonUp)



Doel

Slide 5 - Slide

  • Achtervoegsels? 
  • Je kent al: voorvoegsels.

  • heropenen = opnieuw openen
  • onnodig = niet meer nodig
  • je ex-vriend = niet meer je vriend
  • intercity = trein tussen twee gebieden
Even terug...

Slide 6 - Slide





ex-minister
herkennen
misverstand
onnodig





blijheid
duidelijk
afdeling
aardig
eigenaar
aaibaar
fantastisch

Voorvoegsels
Achtervoegsels

Slide 7 - Slide





ex-minister
herkennen
misverstand
onnodig




blijheid
duidelijk
afdeling
aardig
eigenaar
aaibaar
fantastisch

Voorvoegsels
Achtervoegsels
Deze korte stukjes zijn achtervoegsels, je schrijft ze altijd op dezelfde manier. 

Slide 8 - Slide

Woorden met voorvoegsel
Woorden met achtervoegsel
waardevol
dagelijks
eindeloos
vrijheid
ex-collega
herinneren
non-alcoholisch
misverstand

Slide 9 - Drag question





  • Als je een woord niet kent, kun je met een deel van het woord en een achtervoegsel de betekenis bedenken.






  • Bijvoorbeeld:
  • Dagelijks
  • Je herkent het woord dag
  • Achtervoegsel = -lijk
  • = iets dat elke dag gebeurt
Achtervoegsels: waarom?

Slide 10 - Slide

Welk woord herken je? Wat is het achtervoegsel? Wat betekent het woord?
Jaarlijks

Slide 11 - Open question

Welk woord herken je? Wat is het achtervoegsel? Wat betekent het woord?
Geluidloos

Slide 12 - Open question

Welk woord herken je? Wat is het achtervoegsel? Wat betekent het woord?
Vijfling

Slide 13 - Open question

ontelbaar - ex-vriendin - oneerlijk

Wat hebben deze woorden gemeen?

Slide 14 - Open question

Je kunt de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels uitleggen en je kunt die achtervoegsels gebruiken om de betekenis van woorden te vinden. 


LessonUp aan laten staan/niet uitloggen!


Doel

Slide 15 - Slide



Wat?
  • H4, woordenschat: opdr. 1 (blz. 102)

Hoe?
  • Boek + schrift

Klaar? 
  • H4, woordenschat: opdr. 2 (tekst lezen)
  • H4, woordenschat: woordenlijst leren - eerst overleggen (klik)


Aan het werk
timer
1:00

Slide 16 - Slide

H4, woordenschat: opdr. 1 samen nakijken

Slide 17 - Slide




Na deze les...

  • kun je de betekenis van veelvoorkomende achtervoegsels uitleggen.
  • kun je die achtervoegsels gebruiken om de betekenis van woorden te vinden. 

Doel

Slide 18 - Slide

Je buurjongen/-meisje/broertje/zusje/iemand uit groep 8 vraagt wat een achtervoegsel is. Hoe leg je dat uit? Wat is een achtervoegsel? Geef ook een voorbeeld van een woord met een achtervoegsel.

Slide 19 - Open question

Waarom is het handig om de meest voorkomende achtervoegsels te herkennen en begrijpen?

Slide 20 - Open question

  • Laptop in de tas 
Even pauze

Slide 21 - Slide

Schrijf in tweetallen zoveel mogelijk woorden met een achtervoegsel op. Zet voor elk woord een nummer en zet een streep onder het achtervoegsel.
Achtervoegsels 
timer
1:00

Slide 22 - Slide

Samen tekst lezen (opdr. 2, blz. 103)

Slide 23 - Slide



Wat?
  • H4, woordenschat: opdr. 2 (blz. 103)

Hoe?
  • Boek + schrift
  • Vraag 9: woordenlijst voorin

Klaar? 
  • Nakijken opdr. 2
  • Leren woordenlijst (vraag 9)


Aan het werk
timer
1:00

Slide 24 - Slide

H4, woordenlijst oefenen

Slide 25 - Slide

Volgende les
Maandag 16 mei: weektaak af
  • H4, lezen: opdr. 2 en 3
  • H4, woordenschat: opdr. 1 en 2


Slide 26 - Slide