p3/week 4 basis 3

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

d

e

u

r

k

a

n

t

lesson 1/week 4

What do you do
every weekend?

What are you doing
right now?

Leerdoelen

• I can use the Present Simple and the Pesent Continuous 
• I can make sentences correctly (woordvolgorde ,blz. 67)
• I can talk about hobbies and what I like to do in my free time( zo praat je over passies)

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Answer the qiestion on the next slide in lessonup.

After this: 1. STONE 7 + Woordvolgorde, then exercise

Which statement is true for you ?

1. I like to sing in my free time.
2. I always go to the gym in the weekends.
3. I`m really into drawing and painting
4. My passions are dancing and mountain biking.

blz.66/TB

DOET

WAAR

WANNEER

WIE

WAT

woordvolgorde ?

p.68/TB

Aan de slag

Answer the questions ( in je schrift):

1. What do you like to do in your free time?

2. What do you like about .... /skateboarding-dancing-singing-etc/

3. When do you practise your hobby?

4. Think of another hobby that you like. explain why.

Let op the woordvolgorde + gebruik stone 7 voor extar hulp!

Nabespreking

Answer the questions ( in je schrift):

1. What do you like to do in your free time?

2. What do you like about .... /skateboarding-dancing-singing-etc/

3. When do you practise your hobby?

4. Think of another hobby that you like. explain why.

WHICH TENSE DID YOU USE WHILE TALKING ABOUT HOBBIES?

Begrippen uit deze les

Ican talk about hobbies and what I like to do in my free time

I can make sentences correctly ( use the proper word order)

Schrijf 2 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Homework

Study: Stone 7/p. 66/TB -zo praat je over passies

Woordvolgorde /p. 67 /TB

lesson 2/week 4

Leerdoelen

• Homework check
• I can make sentences correctly (woordvolgorde ,blz. 67)
• I can look for improtant infirmation in a text and answer questions about a text (ik kan intensief lezen)

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Wat is de juiste woordvolgorde in het Engels?

1. Wie-wat-wanneer-waar-doet
2. Wat-wie-doet-waar-wanneer
3. Wie-wat-doet-waar-wanneer

Welke zin is in de juiste woordvolgorde ?

1. She plays a quitar at her friend`s house every afternoon.
2. She plays a quitar every afternoon at her friend`s house.

Welke zin is in de juiste woordvolgorde ?

1. I do usually shopping on Saturday.
2. I usually go shopping on Saturday.

hobby

Instructie 

• Make exercise 18 on page 38/Activity boek B: WAAR of NIET WAAR
• Make exercise 19 on page 38/Activity boek B: 

Nabespreking

Make exercise 18 on page 38/Activity boek B: WAAR of NIET WAAR

Make exercise 19 on page 38/Activity boek B:

p.38

p.38,39

Schrijf 2 dingen op die
je deze les hebt geleerd: What is happening during the Vivid festival in Sydney?

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Study: Vocab G+H /p. 86 Textbook

lesson 3/week 4

Welke zin is in de juiste woordvolgorde ?

1. I play tennis every afternoon.
2. I play every afternoon tennis.
3. I every afternoon play tennis.

Leerdoelen

• I kan praten over hoeveelheden ( much,many, (a) little, (a) few ( TB/p. 83)

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Maak: Activity boek  B/ blz. 41, 42 /opdracht 24,25 

Use grammar 11 on page 83 in the Textbook.

Nabespreking

Activity boek B/ blz. 41, 42 /opdracht 24,25 

blz. 42

blz. 42

Je gebruikt A LITTLE bij dingen die je ...

1. kan tellen
2. niet kan tellen

Je gebruikt A FEW bij dingen die je ...

1. wel kunt tellen
2. niet kan tellen

homework

Study: Grammar 11 : Much,many,lots of, a lot of, (a)little, (a) few.

Finish/ ex. 25/Activity book/page 42