V6 - les 13 - décrire un objet [herhaling] en vragen over het leesboek

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui tu as besoin de : 


                 un stylo

                 ton cahier

Startopdracht:
Pak jouw aantekeningen erbij over 'een object beschrijven'.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programme
  • Spreekvaardigheid
    - révision : décrire un objet
    - questions à propos du livre
       - questions générales
       - questions spécifiques

Slide 3 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
           Leerdoelen


T1 - Ik kan een object beschrijven in het Frans.
T2 - Aan het eind van de les weet ik wat voor soort algemene en specifieke vragen ik over mijn boek kan verwachten op het mondeling en heb ik hiermee geoefend.

Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.      
Décrire un objet
Oefen hardop met een klasgenoot
Décris cet objet avec le plus de détails possibles.
Mentionne au moins :
- la forme 
- la couleur
- la matière
- à quoi ça sert
- quand et où on se sert
  de cet objet
un vélo

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Décrire un objet
Oefen hardop met een klasgenoot
Décris cet objet avec le plus de détails possibles.
Mentionne au moins :
- la forme 
- la couleur
- la matière
- à quoi ça sert
- quand et où on se sert
  de cet objet
une trousse

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Décrire un objet
Oefen hardop met een klasgenoot
Décris cet objet avec le plus de détails possibles.
Mentionne au moins :
- la forme 
- la couleur
- la matière
- à quoi ça sert
- quand et où on se sert
  de cet objet
une clé

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Décrire un objet
Oefen hardop met een klasgenoot
Décris cet objet avec le plus de détails possibles.
Mentionne au moins :
- la forme 
- la couleur
- la matière
- à quoi ça sert
- quand et où on se sert
  de cet objet
une porte

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Décris...
Oefen hardop met een klasgenoot

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Questions de lecture
Écris les réponses aux questions dans ton classeur.
- Qui est le personnage principal ?
- Qu’est-ce que tu penses du personnage principal?
- Qui est ton personnage préférée du livre? Pourquoi?
- Quelle était ta partie préféré dans le livre?
 - À qui est-ce que tu conseillerais ce livre? Pourquoi? 


Klaar ?
Sneller klaar dan de rest?
Begin dan alvast met het mondeling oefenen van de vragen.
Is jouw buurman/buurvrouw nog niet klaar herhaal dan de functie van een object via deze Quizlet.

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Questions de lecture
Oefen de vragen hardop met een klasgenoot
- Qui est le personnage principal ?
- Qu’est-ce que tu penses du personnage principal?
- Qui est ton personnage préférée du livre? Pourquoi?
- Quelle était ta partie préféré dans le livre?
 - À qui est-ce que tu conseillerais ce livre? Pourquoi? 


Klaar ?
Sneller klaar dan de rest?
Bedenk drie extra vragen die jullie zouden kunnen bespreken als je praat over een verhaal / een boek.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Questions de lecture
Réponds aux questions sur ta fiche.
Lis les questions spécifiques à ton livre sur ta fiche et réponds en français.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Questions de lecture
Avec ton voisin / ta voisine.
Posez à tour de rôle une question à propos du livre de l'autre.
Ta camarade de classe répond en français.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions


Dit is wat ik moet weten over mijn leesboek:

Slide 14 - Open question

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.