H3 hst. 5 spelling werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3 hst. 5 spelling werkwoorden

Engelse werkwoorden

Zodra de weersomstandigheden het toelaten, wordt er bij ons in de buurt volop (barbecueën).

De tandartsassistente heeft haar (adviseren) om beter te poetsen.

Cindy (flossen) iedere avond haar gebit.

Bij deze familie wordt regelmatig een potje (scrabbelen)

Mijn oom (bridgen) iedere dinsdag.

Jarenlang (hockeyen) Jan-Roderick bij deze club.

Hij (besteden) nu zijn vrije tijd aan voetbal.

Hij (coachen) het team van zijn zoontje.

Al na vijf minuten (tackelen) de snelle linksbuiten de verdediger.

Hij (scoren) gisteren een mooi doelpunt.

Vroeger (promoten) de zusjes de inzameling van plastic.

Tegenwoordig wordt plastic op grote schaal (recyclen).

Opa (zappen) langs alle kanalen op zijn televisietoestel.

Onze gymdocent (baseballen) twee keer per week.

Onze gymdocent (squashen) vaak.

De teamleider (leasen) een dure auto.