1.3 lezen

1.3 Lezen
Lees tekst 1: Loopstijl beïnvloedt je humeur. blz 24
Lees tekst 2: Kerkuil geweerd van wegpaaltje. blz 28
Lees tekst 3: Help de kerkuil blz 29
Lees tekst 4: Stemmen met je voeten. blz 30/31 

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 Lezen
Lees tekst 1: Loopstijl beïnvloedt je humeur. blz 24
Lees tekst 2: Kerkuil geweerd van wegpaaltje. blz 28
Lees tekst 3: Help de kerkuil blz 29
Lees tekst 4: Stemmen met je voeten. blz 30/31 

Slide 1 - Slide

leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
• Ik kan de 4 leesstrategieën gebruiken.
•Ik kan de 4 tekstdoelen herkennen.
•Ik kan de tekstvormen herkennen.
• Ik kan tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden.
• Ik kan het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst vinden.
• Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden.

In deze paragraaf leer je:
•Ik kan de 4 tekstsoorten herkennen.

Slide 2 - Slide

Welke 4 leesstrategieën ken je?

Slide 3 - Open question

leesstrategieën
verkennend lezen: je leest de titel, de tussenkopjes, de eerste en laatste alinea, de eerste zin van alle alinea’s tussen inleiding en slot en de bronvermelding om een eerste indruk te krijgen;
nauwkeurig lezen: je leest een tekst helemaal om hem te begrijpen;
zoekend lezen: je zoekt in een tekst naar het antwoord op een vraag;
studerend lezen: je leest een tekst om de informatie te onthouden.

Slide 4 - Slide

Wat is het verschil tussen een tekstdoel en een tekstsoort?

Slide 5 - Open question

Soort
Doel
vorm
betogende teksten
informatieve teksten
activerende teksten
amuserende teksten
verslag
boekbespreking
advertentie
stripboek
amuseren
activeren/tot handelen aanzetten
informeren
overtuigen

Slide 6 - Drag question

Tekstdoelen

Slide 7 - Slide

tekstverbanden van vorig jaar

Slide 8 - Slide

Onderwerp en deelonderwerp
Het onderwerp van de tekst beschrijft waar de tekst over gaat. 

De titel zegt meestal al veel over het onderwerp, maar soms is een titel alleen maar leuk.

Een deelonderwerp is een tekstgedeelte dat een deel van het onderwerp behandelt. Het deelonderwerp kan uit één alinea bestaan, maar ook uit meer alinea’s. (bovenaan staat vaak een tussenkopje)

Slide 9 - Slide

hoofdgedachte

Waar de hele tekst over gaat. Je kunt de hoofdgedachte in een paar woorden formuleren. 

Slide 10 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte? Door de volgende vragen te beantwoorden:
• Vraag 1: wat is het onderwerp van de tekst? Bijvoorbeeld: plastic afval in de oceanen.
• Vraag 2: wat is de tekstsoort? Bijvoorbeeld: een informatieve tekst of een betogende tekst.
• Vraag 3: wat is het belangrijkste wat over het onderwerp wordt verteld?

Slide 11 - Slide

leerdoelen
In deze paragraaf herhaal je:
• Ik kan de 4 leesstrategieën gebruiken.
•Ik kan de 4 tekstdoelen herkennen.
•Ik kan de tekstvormen herkennen.
• Ik kan tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden.
• Ik kan het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst vinden.
• Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden.

In deze paragraaf leer je:
•Ik kan de 4 tekstsoorten herkennen.

Slide 12 - Slide

huiswerk
De weektaak heb je af op vrijdag 30 oktober:
1.3:opdracht 1,2,3b,3c,4,5,6,8,9,10,11,12,13,15,16a,16b,16c,17,18,19,20,22, 
                   Test jezelf 1.3 en overhoor jezelf 1.3

Slide 13 - Slide