1. Stamwoorden, voor- en achtervoegsels

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Medische terminologie 

Les 1 Stamwoorden, voor- en achtervoegsels 

Stamwoorden, achtervoegsels, voorvoegsels en combinaties

Lesprogramma

• Module: 'Medische terminologie'
  
• Planning
• Welke Latijnse termen ken je?
• Inleiding
• Voorvoegsel-quiz 
• Deelopdracht 1
• Vooruitblik 

Module: 'Medische terminologie'

Open Dulon Online en ga naar de module: 'Medische terminologie'

Planning

Postoperatief

Post= na

Operatief= operatie

Na de operatie 

Welke Latijnse termen ken je?

Inleiding

De medische terminologie is het medisch jargon, ‘de vaktaal’. De medische terminologie omvat de vaktermen die artsen en andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg gebruiken. 

Waarom is er een speciale vaktaal voor medici?

1. Informatie kort en krachtig weergeven
2. Internationaal

Stamwoorden, achtervoegsels en voorvoegsels

Medische termen zijn vaak opgebouwd uit woorddelen

Het belangrijkste deel van een medische term is een stamwoord. Met een voorvoegsel en een achtervoegsel kun je een medische term verder verduidelijken.

Voorbeeld:

Intercostitis 

Puzzeltijd!

Startpuzzel - maak juiste woorden vanuit de voor/achtervoegsels en stamwoorden. 

Voorvoegsels

De parathyroid is een kleine klier in de hals in de buurt van de schildklier, onderdeel van het hormoonstelsel

Para

1. Voor
2. Achter
3. Onder
4. Naast

Parathyroid

Para= naast

Thyroïd= Schildklier

Bijschildklier 

Pericarditis kan leiden tot pijn op de borst en kortademigheid.

Peri

1. Voor
2. Achter
3. Nabij, rondom
4. Boven

Pericarditis

Peri= nabij, rondom

Card= hart

Itis= ontsteking

Ontsteking van het hartzakje 

De verpleegkundigen controleerden regelmatig de vitale functies van de patiënt tijdens de postoperatieve fase.

Post

1. Voor
2. Achter
3. Onder
4. Na

Postoperatief

Post= na

Operatief= operatie

Na de operatie 

Bij intercostaal wordt de pijn veroorzaakt door een beschadiging of minder goed functioneren van de zenuw

Inter

1. Binnen
2. Buiten
3. Tussen
4. Boven

Bij intercostaal wordt de pijn veroorzaakt door een beschadiging of minder goed functioneren van de zenuw

Inter= tussen

Costae= ribben

Tussen de ribben

De cliënt krijgt een vitamine B12 injectie toegediend via intramusculaire injectie

Intra

1. Binnen
2. Buiten
3. Tussen
4. Boven

De cliënt krijgt een vitamine B12 injectie toegediend via intramusculaire injectie

Intra= binnen(in)

Musculus= spier

In de spier

De arts voelde een vergrote lymfeklier in het supraclaviculaire gebied tijdens het lichamelijk onderzoek van de patiënt.

Supra, epi

1. Binnen(in)
2. Buiten
3. Tussen
4. Boven

Supraclaviculair 

Supra= boven

Clavicula= sleutelbeen

Boven het sleutelbeen

Dit wordt gezien als overgangsfase tussen lokale en uitgezaaide ziekte. Bij uitgezaaide borstkanker is 5 a 10% oligogemetastaseerd. 

Oligo

1. (te) hoog
2. (te) laag
3. Veel
4. Weinig

Bij oligogemetastaseerde borstkanker zijn er slechts een beperkt aantal uitzaaiingen.

Het plotselinge optreden van polyurie bij de patiënt wekte bezorgdheid op bij de arts vanwege de mogelijkheid van diabetes mellitus.

Poly

1. (te) hoog
2. (te) laag
3. Veel
4. Weinig

Polyurie

Poly= veel

Urie= urine

Veel plassen

Tijdens het medisch onderzoek werd bij de patiënt een onverklaarde bradycardie vastgesteld, wat de arts ertoe aanzette om een uitgebreider cardiologisch onderzoek uit te voeren.

Brady

1. (te) hoog
2. Langzaam
3. (te) laag
4. Snel

Bradycardie

Brady= langzaam

Cardie= het hart

Langzame hartslag 

De patiënt vertoonde symptomen van hyperglycemie, zoals overmatige dorst en frequent urineren.

Hyper

1. (te) hoog
2. Langzaam
3. (te) laag
4. Snel

Hyperglycemie

Hyper= Te hoog

Glycemie= bloedglucose

Te hoge suikergehalte in het bloed 

Deelopdracht 1

In deze opdracht analyseer je deze fictieve overdracht (zie Dulon Online) waarbij er veel medische termen gebruikt worden. Na het bestuderen van de tekst beantwoord je de volgende vragen:

1. Wat is er gebeurd met Mw. Peters? Wat is haar diagnose?
   
2. Welke voorgeschiedenis heeft ze?
   
3. Welke vorm van narcose is gekozen voor haar operatie en waarom is deze keuze gemaakt?
   
4. Welke operatie heeft ze ondergaan?
   
5. Welke acties zijn er geweest op het gebied van haar delier?
   
6. Hoe heeft de arts een trombose willen voorkomen?

Huiswerk

Reader (in je mail) pagina 5: leer de voor- en achtervoegsels.

Volgende week 

achtervoegsel-quiz

Ademhalingsstelsel

Circulatiestelsel