2VWO 7-4-2020

D2D Frans 07-04-2020
1. Bonjour! Comment ça va? Tout le monde va bien?
2. Microfoon uit behalve als je het woord krijgt.
3. Vragen?  Stel ze in de chatfunctie.
4. Grammaire C + grammaire I (zie filmpjes)
5. Verbes  G prendre/apprendre/comprendre
5. Weektaak van deze week; 27 t/m 33, voca F, gramm I
6. Probeer je aan een structuur te houden: di 3e uur, wo 2e uur en do 4e uur
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

D2D Frans 07-04-2020
1. Bonjour! Comment ça va? Tout le monde va bien?
2. Microfoon uit behalve als je het woord krijgt.
3. Vragen?  Stel ze in de chatfunctie.
4. Grammaire C + grammaire I (zie filmpjes)
5. Verbes  G prendre/apprendre/comprendre
5. Weektaak van deze week; 27 t/m 33, voca F, gramm I
6. Probeer je aan een structuur te houden: di 3e uur, wo 2e uur en do 4e uur

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Grammaire aanwijzend vnw (deze, die etc)


  • ce: bij mannelijke woorden ev
  • cet: bij mannelijke woorden met klinker/h ev
  • cette: bij vrouwelijke woorden ev
  • ces: voor woorden in het meervoud

Slide 3 - Slide

Grammaire C: aanwijzend vnw


  • deze tomaat
  • die ui
  • dit drankje
  • deze paprika's
  • die jongen

Slide 4 - Slide

Grammaire aanwijzend vnw


  • deze tomaat = cette tomate
  • die ui = cet oignon
  • dit drankje = cette boisson
  • deze paprika's = ces poivrons
  • die jongen = ce garçon

Slide 5 - Slide

Grammaire aanwijzend vnw


Attention:
Cette tomate = deze tomaat of die tomaat
Cette tomate-là ou cette tomate-ci
(met là en ci achter het woord kun je aangeven of iets ver weg of dichtbij is)

Slide 6 - Slide

L'article partitif (grammaire I)
Het delend lidwoord
(grammaire I voor komende week)

Slide 7 - Slide

Wanneer gebruik je het delend lidwoord?
- Als je in het Nederlands geen lidwoord hebt.
- Als het om een onbepaalde hoeveelheid gaat.

- Ex: 
- Je vois les chiens. = Ik zie de honden. (met lidwoord)
- Je vois des chiens. = Ik zie honden. (geen lidwoord, dus des = delend lidwoord.


Slide 8 - Slide

Delend lidwoord bestaat niet in het Nederlands
In het Nederlands kennen wij geen article partitif. Wij noemen het Franse article partitif een delend lidwoord.


Slide 9 - Slide

De 4 vormen
- Du (enkelvoud, mannelijk)

- De la (enkelvoud, vrouwelijk)

- De l' (enkelvoud, klinker of stomme h)

- Des (meervoud)

Slide 10 - Slide

Attention!
- du, de la, de l', un, une, des ----> veranderen in de of d' na;

A. Een ontkenning
ex: Je mange du fromage. / Je ne mange pas de fromage.

B. Een woord van hoeveelheid
ex: Je mange du fromage. / Je mange beaucoup de fromage. 

Slide 11 - Slide

Deze woorden van hoeveelheid moet je kennen
  • Beaucoup = veel
  • Peu = weinig
  • Combien = hoeveel
  • Assez = genoeg
  • Trop = te veel
  • Un peu = een beetje 
  • Un litre = een liter
  • Une bouteille = een fles

Slide 12 - Slide

Attention!!!
- Na een getal krijg je geen article partitif.
ex: J'ai trois soeurs.


Slide 13 - Slide

Attention!!!
- Na deze werkwoorden krijg je geen delend lidwoord, maar altijd le/la/l'/les:

- Aimer (houden van)
- Adorer (dol zijn op)
- Détester (een hekel hebben aan)
- Préférer (liever hebben)
ex:
Je mange du fromage.
J'aime le fromage

Slide 14 - Slide

Test!

Slide 15 - Slide

Voor het Article partitif heb je in het Nederlands
A
WEL een vertaling
B
GEEN vertaling

Slide 16 - Quiz

Vertaal deze zin naar het Nederlands:
Je veux du fromage.
A
Ik wil de kaas
B
Ik wil een beetje kaas
C
Ik wil kaas
D
Ik wil een kaas

Slide 17 - Quiz

Vertaal naar het Frans:
Ik eet kaas
A
Je mange fromage
B
Je mange le fromage
C
Je mange de fromage
D
Je mange du fromage

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van het delend lidwoord is voor in het meervoud.
A
Du
B
D'
C
De la
D
Des

Slide 19 - Quiz

Vul in...
Ik eet geen kaas = Je ne mange pas ..... fromage
A
du
B
de
C
un
D
des

Slide 20 - Quiz

du/de la/ de l'/ un/une/des verandert naar de/d' na een.....
A
na een woord van hoeveelheid of een bijwoord
B
Als ik dat mooier in de zin vind staan.
C
woord van hoeveelheid of een ontkenning
D
na een hoeveelheid of een aanwijzend voornaamwoord

Slide 21 - Quiz

J'adore .... fromage
A
le
B
du
C
la
D
de la

Slide 22 - Quiz

Vertaal deze zin naar het Frans:
Ik hou van kaas

Slide 23 - Open question

Vragen verbes G
  • Vragen over prendre/apprendre/comprendre?
  • Is een onregelmatig werkwoord (niet zoals de andere -re werkwoorden van vorig hoofdstuk
  • Hoe zeg je?
    -ik heb begrepen
    -hij heeft geleerd
    (dus hetzelfde als prendre maar met ap- of com- ervoor)

Slide 24 - Slide

Vragen?
  • Vragen?
  • Succes deze week met 27-33 en voca F/gramm I
    Vragen? Stel ze in de chatfunctie van teams.
    Volgende week weer een teamsles op dinsdag het derde uur.
  • Bonne chance!
  • Au revoir!

Slide 25 - Slide