telwoorden

telwoorden
tellen tot 1 miljoen
rangtelwoorden
Hoe zat dat ook alweer?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

telwoorden
tellen tot 1 miljoen
rangtelwoorden
Hoe zat dat ook alweer?

Slide 1 - Slide

Lernziele:


- ihr könnt das Gespräch (Aufg. 10  von Kapitel 1.3), auf Deutsch mit einander führen.

- ihr könnt mir sagen wie man die Ordinalzahlen auf Deutsch bilden muss

- ihr könnt auf Deutsch zählen bis eine Million!


Slide 2 - Slide

die Zahlen, de getallen
Je hebt getallen vaak nodig, bijvoorbeeld voor:

je leeftijd, je verjaardag
je adres en postcode
je telefoonnummer 
de datum, de tijd 

Slide 3 - Slide

die Ordinalzahlen = de rangtelwoorden


Wat zijn rangtelwoorden?


Kun je voorbeelden noemen in het Nederlands?

Slide 4 - Slide

Rangtelwoorden in een datum 
Vandaag is het dinsdag, 2 maart;
*Heute ist Dienstag, der zweite (2.) März
Op maandag = Am Montag 
Hij is jarig op 5 mei =   Er hat  am fünften Mai Geburtstag.
                                    Er hat am 5. Mai Geburtstag.

Slide 5 - Slide

Wie bildet man die Ordinalzahlen?

( hoe maakt men de rangtelwoorden?)


1 t/m 19   ---> telwoord + te

 Bijvoorbeeld:

negende = neunte

dertiende = dreizehnte


20 t/m ..... ---> telwoord + ste

Bijvoorbeeld:

vierentwintigste = vierundzwanzigste

dertigste = dreißigste

Slide 6 - Slide

Uitzondering


eerste = erste


derde = dritte


zevende = siebte


achtste = achte

Slide 7 - Slide

Let op:

1. Als er sprake is van een datum, dan zet je een punt achter het getal.

Bijvoorbeeld: Ich komme am 7. Juni zu Besuch.



                          



Slide 8 - Slide

Je kunt van rangtelwoorden ook breuken maken.

(Breuken zijn onzijdige zelfstandige naamwoorden.)


Hoe maak je ze?


rangtelwoord + l

Bijvoorbeeld: 3/4 = drei Viertel

                          1/100 = ein Hundertstel


Let op: de helft = die Hälfte!!!

Slide 9 - Slide

Wir hören zusammen Aufgabe 1 & 2 von Kapitel 1.5

Slide 10 - Slide

Aufg. 7-10 van Kapitel 1.4


Macht jetzt die Aufgaben 7 bis 10 von Kapitel 1.4


Fertig?


- üb noch mal Aufgabe 10 von Kapitel 1.3



Slide 11 - Slide

Aufg. 10 von Kapitel 1.3


- Ihr werdet jetzt zu zweit dieses Gespräch mit einander üben. ( 4Mal).

* ihr solltet jede Rolle zwei Mal erfüllt haben.


- Präsentation des Gesprächs

* ihr notiert alle einen Vebesserungspunkt und einen Pluspunkt!

- Auswechslung der Verbesserungs und Pluspunkte.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Evaluation


Noteer nu de volgende rangtelwoorden voluit in het Duits  in je schrift:

1e

7e

19e

33e

100e


Vul in:

Ich gehe am _______________ ( 13e ) April in die Schule.

Er wurde ______________ ( 5e) .


Slide 14 - Slide