verleden tijd en bijv nw zelfde klank met voorvoegsel groep 8 ma 8 feb

Spelling Thema 5, les 14B
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Spelling Thema 5, les 14B

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "bekladden".

Slide 4 - Mind map

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "verraden".

Slide 5 - Mind map

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "bevrijden".

Slide 6 - Mind map

Schrijf de ik-vorm (stam) van het werkwoord "verplichten".

Slide 7 - Mind map

Stappen
1. Lees de zin.
2. Zoek uit wat je moet gaan schrijven:
persoonsvorm of een bijvoeglijk gebruikt VD.
Bijvoeglijk gebruikt VD
1. is geen werkwoord.
2.zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
3. Verdeel in klankgroepen.
Persoonsvorm:
1. Zoek het onderwerp.
2. Enkelvoud of meervoud?
3. Zet de stappen in de goede tijd met het schema.

Slide 8 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 9 - Slide

Is het volgende woord een persoonsvorm of bijvoeglijk gebruikt VD?

De verwoeste kerk lag er verlaten bij.



A
persoonsvorm
B
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Slide 10 - Quiz

Is het volgende woord een persoonsvorm of bijvoeglijk gebruikt VD?

Het pakje bevatte een zeer gevaarlijke stof.
A
persoonsvorm
B
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Slide 11 - Quiz

Is het volgende woord een persoonsvorm of bijvoeglijk gebruikt VD?

Amyra heeft de gezaagde plank weggegooid.
A
persoonsvorm
B
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Slide 12 - Quiz

Is het volgende woord een persoonsvorm of bijvoeglijk gebruikt VD?

De verkorte week beviel iedereen erg goed.


A
persoonsvorm
B
bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord.

Slide 13 - Quiz

Wat is de persoonsvorm van deze zin?

De juf verkleedde zich als zebra.

Slide 14 - Open question

Wat is het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van deze zin?
De verontruste mensen vroegen de minister om duidelijke antwoorden.

Slide 15 - Open question

Wat is de persoonsvorm van deze zin?

Ik verplichtte de groep om 4x te sporten.

Slide 16 - Open question

vergroten
De .........................foto viel erg tegen.

Slide 17 - Open question

verzetten
De dief..................zich gisteren tegen de politie.

Slide 18 - Open question

verplichten
De...............avondklok werd niet fijn gevonden.

Slide 19 - Open question

verdelen
Fabiënne.......................de taart in 10 stukken.

Slide 20 - Open question

benutten
Gisteren..................hij zijn tijd heel goed.

Slide 21 - Open question

verkleinen
Vind jij deze....................Eifeltoren mooi?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 26 - Slide